Van Duinkerken

Nu wil mijn dorst niet meer bedaren.

Anton van Duinkerken, ‘Wrede wijn’ (Uit: Hart van Brabant (1936))

De dichter en criticus Anton van Duinkerken (pseudoniem van Willem Asselbergs, 1903-1968) verliet het seminarie toen hem verboden werd om gedichten te publiceren, maar was niettemin jarenlang een van de belangrijkste katholieke stemmen in de literaire wereld, onder andere als redacteur van De Tijd. In het gedicht ‘Wrede wijn’ zien we van hem een andere kant. Daarin beschrijft hij hoe hij ooit ‘op zatheids avontuur’ ‘naar zoeler streken voortgedreven werd’. Daar had hij het soort ervaring, ‘voorbij aan ruimte en duur’, waarin hij de ‘grenzen van ons leven’ zag. Het zijn dit soort ervaringen die op zichzelf verslavend zijn. Als je eenmaal in het ‘land waar de zachte zomerwinden / fluisteren met de dood’ bent geweest, en ontdekt dat er op aarde ‘geen warmer plek te vinden’ is, dan wil je daar steeds naar terug. En dan denk je dat je daartoe moet zorgen dat de omstandigheden identiek zijn. Zo ontstaan verslavingen. Deze dichter moet dus steeds weer een beroep doen op de wijn, maar die is ‘wreed’, want

Hoewel ik sinds ben uitgevaren,
Wijn, vaak op uw kompas,
Vond ik de plaats nooit waar ik was.
Nu wil mijn dorst niet meer bedaren.

Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media