Maturana

Taal is geen gevangenis; het is een vorm van bestaan.

Humberto R. Maturana in gesprek met Bernhard Poerksen in From being to doing – The origins of the biology of cognition (2004)

Volgens bioloog Maturana (1928-2021) is taal een manier van (samen) leven. Er wordt wel gezegd dat taal een ‘gevangenis’ is waar we niet uit kunnen ‘ontsnappen’, maar dat suggereert dat er een andere plaats bestaat, een plaats voorbij de taal, ook al kan die nooit gevonden worden. Maturana vindt dat een zinloze aanname. Dat geldt ook voor de vergelijkbare gedachte dat er iets buiten het universum zou bestaan. ‘Het universum is waar ik ook maar naartoe ga. En wij bewegen ons daarin onlosmakelijk verbonden met elkaar.’

Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media

Er moeten nog drie rechten worden toegevoegd aan de Verklaring van de Rechten van de Mens.

Humberto R. Maturana in From being to doing. The origins of the biology of cognition (2004)

In zijn voorwoord bij de gesprekken die hij voerde met Humberto R. Maturana noemt Bernhard Poerksen diens werk ‘neurosofie’: een ‘specifieke mengeling van logisch en wild denken langs de grenzen van natuurwetenschap en filosofie’. Voor Maturana spreekt het voor zich dat hij zich ook ‘als bioloog’ uitspreekt over het wetenschappelijke, het sociale en het politieke ‘leven’. Een van zijn voorstellen is om drie rechten toe te voegen aan de Verklaring van de Rechten van de Mens:

  1. het recht om fouten te maken; als je fouten mag maken, kun je die rechtzetten;
  2. het recht om van gedachten te veranderen; dat betekent dat je mag en kunt reflecteren op wat anderen zeggen, maar ook op wat je zelf zegt en ervaart;
  3. het recht om op ieder moment de ruimte te verlaten; als je dat recht hebt, hoef je alleen te blijven wanneer je dat echt wilt.

Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media

Stel me geen vragen, want ik zou je wel eens de (waarheid) kunnen vertellen.

Humberto R. Maturana in Networker (mei-juni 1985)

Op een foto van Andrea Schara-Maloney kijkt de Chileense bioloog Humberto Maturana (geboren 1928) de lezer grijnzend aan. Hij draagt een T-shirt met de waarschuwende tekst: Don’t ask me any questions, I might just tell you the (truth). Aan de ene kant is deze theoretische bioloog, en dus filosoof, een ‘radicale constructivist’: alle kennis is een constructie die alleen relevant is binnen de wetenschappelijke gemeenschap, maar zegt niets over de werkelijkheid zelf: de objectiviteit staat voortdurend tussen haakjes. Maar eenmaal binnen in zijn merkwaardige, hermetische oeuvre heerst een soort onontkoombare naar zichzelf verwijzende logica die de lezer ervaart als de waarheid.

Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media

De voornaamste oorzaak van de huidige problemen is ons gebrek aan kennis over kennis.

Humberto R. Maturana en Francisco J. Varela in De boom der kennis (1989)

Hun onderzoek naar de biologische grondslagen van kennis is voor de Chileense biologen Humberto R. Maturana (1928) en Francisco J. Varela (1946–2001) aanleiding om te pleiten voor een ‘paradigmaverandering’ in de biologie en de epistemologie. Als je er goed over nadenkt, menen zij, getuigt ieder levend systeem dat in leven blijft van een diepgaande kennis: ‘leven is weten.’ Als wetenschapper of denkend mens moeten wij ons ervan bewust zijn dat alles wat wij vervolgens zeggen over die kennis van planten, dieren en mensen, in een metadomein plaatsvindt ten opzichte van het domein waarin alle leven doorleeft, ook wij. In dat metadomein van de kennis over de kennis ontdekken we onze verantwoordelijkheid voor al onze handelingen. ‘Het is niet de wetenschap dat een bom dodelijk is die bepaalt of we hem al dan niet gebruiken, maar wat we ermee willen bereiken.’

Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media

De fundamentele conditie van het bestaan is vertrouwen.

Humberto Maturana in From Being to Doing – The Origins of the Biology of Cognition (2004)

Als een vlinder uit zijn cocon glipt, vertrouwen zijn vleugels en antennes, zijn romp en de rest van zijn lichaam erop dat er lucht zal zijn, windvlagen om op te zweven, en bloemen met nectar. Een gedachte als deze mag je verwachten van de excentrieke Chileense bioloog Humberto R. Maturana (1928) voor wie het kernwoord van het biologische leven niet ‘strijd’ is of ‘selectie’, maar ‘liefde’.
Voor hem is liefde ‘relationeel gedrag door middel waarvan een ander ontstaat als een rechtmatige ander in het domein van co-existentie waarin het plaatsvindt’. Maturana geeft zelf een voorbeeld van liefde tussen mens en dier. Na een maaltijd bij mensen thuis in Bolivia zaten ze na te tafelen toen plotseling een spin afdaalde tot midden op de tafel. Een van de gasten schreeuwde: ‘Pas op, een spin.’ Maar de gastvrouw zei dat er niets aan de hand was. De spin kwam altijd na te eten om restjes te snoepen en ging dan weer terug naar zijn schuilplaats. Zij liet hem met rust, en hij stoorde niet tijdens het eten.

Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media

Het fascinerende van het experiment met de blinde vlek is het feit dat we niet zien dat we niet zien.

Humberto R. Maturana en Francisco J. Varela in De boom der kennis (1989)
Het ‘verschijnsel’ van de blinde vlek is in feite een verklaring voor een ervaring die iedereen kent. U kunt het bijvoorbeeld zelf proberen door uw linkeroog dicht te doen, uw armen voor u te houden met de duimen omhoog en u vervolgens te focussen op de linkerduim. Als u nu uw rechterhand heen en weer beweegt, zult u op zeker moment ‘zien’ dat er een punt is waarop uw rechterduim er niet meer is! Dit wordt gewoonlijk verklaard doordat het beeld van de duim op het deel van de retina valt waar de oogzenuw begint: de blinde vlek. Maar dat nemen wij niet waar, er is geen ‘gat’ in onze waarneming. Voor de biologen Maturana en Varela zijn experimentele feiten als deze aanleiding om de heersende ideeën over waarneming, als het ‘verwerken van informatie van buitenaf’, te verwerpen. Dat leidt tot een fascinerende theorie over levende wezens met een gesloten werking, waarvan het gedrag volledig door de structuur van het systeem wordt bepaald. Alles wat in de omgeving gebeurt (voor een externe waarnemer) kan hoogstens als een verstoring van die structuur werken, en het is die structuur die bepaalt of het een verstoring is, en zo ja wat voor een.

Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media

Ontkennen dat liefde de biologische basis is van intermenselijk contact, met alle ethische consequenties van dien, zou een ontkenning betekenen van alles wat onze drieëneenhalf miljard jarige geschiedenis als levende wezens heeft opgeleverd.

Humberto R. Maturana en Francisco J. Varela in De boom der kennis – Hoe wij de wereld door onze eigen waarneming creëren (1989)

Veel wetenschappers houden zich bezig met de ‘biologische basis’ van de liefde, door te speuren naar stofjes die vrijkomen als we onze geliefde zien, de geuren die we verspreiden of waarnemen, of de hersengebieden ‘die betrokken zijn bij’ de erotiek. Critici proberen dan nog iets te redden van wat wij in onze relaties met anderen beleven, door te zeggen dat liefde ‘niet reduceerbaar’ is tot een chemisch proces. Het zijn allemaal achterhoedegevechten, want niemand bekritiseert de onderliggende aanname dat het lichaam als ‘een zak met bloed en botten’ (Vroman) voor onderzoeksdoeleinden te scheiden is van wat het individuele, biologische leven inhoudt. Zo niet Maturana en Varela. Zij ontwikkelen een soort ‘existentiële biologie’ waarin zij zich rekenschap geven van het feit dat als biologie zelf een menselijke activiteit is, het ook een biologisch proces moet zijn. En dat betekent niet dat zij de bestaande biologie gebruiken om de wetenschap te reduceren tot een soort evolutionair product. Nee, voor hen is het aanleiding om een hele nieuwe biologie te ontwikkelen waarin het uitgangspunt is dat het onderscheidende kenmerk van een levend wezen autonomie is.

Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media

Het fundamentele paradigma voor onze interactie met een controlesysteem is instructie, en onbevredigende resultaten zijn fouten. Het fundamentele paradigma van onze interactie met een autonoom systeem is een gesprek, en onbevredigende resultaten zijn verb

Francisco J. Varela in Principles of biological autonomy (1979)

In navolging van zijn leermeester Humberto Maturana karakteriseert Francisco J. Varela (1946-2001) levende systemen als autonome systemen. Dat neemt hij vrij letterlijk: een autonoom systeem is een gesloten systeem dat ‘zijn eigen wetten stelt’. Op die manier wordt de ‘biologie van de cognitie’ niet een zoveelste debunking van de mens als een onbewust informatieverwerkende machine, maar krijgt de biologie voor het eerst een serieuze theorie van het individuele levende systeem.
In tegenstelling tot Maturana heeft Varela zich ook nadrukkelijk beziggehouden met een logische en analytische uitwerking van de theorie van het autopoïetische systeem (het zelfmakende karakter dat de autonomie van levende systemen verklaart). Daarnaast heeft hij zich bekeerd tot het boeddhisme en heeft hij een soort boeddhistische psychologie ontwikkeld (Embodied mind – Cognitive science and human experience, 1991). Op het moment dat hij, werkend in Frankrijk, erkenning begon te krijgen – Daniel Dennett was al lovend geweest over Embodied mind – overleed hij.

Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media