Waarneming
Wat voor alle mensen overal ter wereld werkelijkheid is, is wat we zien als we gewoon even rondkijken.
Jan Warndorff in Geen idee – Filosofie van het boerenverstand (2017)
Filosoof Jan Warndorff (geb. 1965) probeert in Geen idee aan de hand van de Spaanse filosoof José Ortega y Gasset (1883–1955) te leren denken en leven ‘op de hoogte der tijden’. Volgens Warndorff hebben we in het ‘mondiale dorp’ dringend behoefte aan een levensfilosofie ‘die ons aanmoedigt om goed te zorgen voor onszelf, voor elkaar, voor deze gehele planeet’. Een dergelijke levensfilosofie moet bovendien recht doen aan en gegrond zijn in ‘wat elk mens met eigen ogen kan zien en met eigen verstand kan bevatten’. Het is daarom de hoogste tijd voor een ‘filosofie van het boerenverstand’.
Zo’n levensfilosofie moet dus uitgaan van wat ‘alle mensen in ieder geval met elkaar gemeen hebben’. Als je probeert te bepalen wat wij gemeenschappelijk hebben, moet je twee vragen beantwoorden. Ten eerste wat ‘werkelijkheid’ is voor alle mensen overal ter wereld. Daar geeft het citaat een antwoord op. De tweede vraag is wat voor al die mensen van waarde is. En dat is volgens Warndorff ‘het leven zelf’.
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media
De kaart is niet het gebied.
Alfred Korzybski in Science and sanity An Introduction to Non-Aristotelian Systems and General Semantics (1933)
Emoties dienen om onze belangen te behartigen.
Vroeger sprak men over gevoelens als ‘passies’, het uit het Grieks afkomstige woord dat benadrukt dat het gaat om dingen die ons overkomen (passief). In 1632 introduceerde Descartes daarnaast het woord émotion, afgeleid van het Franse woord émeute, dat ‘oproer’ betekent. Ook hiervoor geldt dat het wijst op de ‘wanorde’ die de passies bij mensen teweegbrengen. Maar voor psycholoog Frijda is het woord ook geschikt omdat het duidelijk maakt dat veel gevoelens te maken hebben met dat we iets willen doen of niet doen. De moderne psychologie zag emoties lange tijd als een soort aandoeningen, los van denken en handelen. Van Sartre (Magie en emotie, 1939/1966) leerde Frijda dat emoties altijd betrekking hebben op de omgeving van het individu en dat ze altijd het karakter hebben van een gekleurde waarneming. Emoties dienen een of ander belang dat wij als individu hebben. ‘En dat doen ze doordat ze onze relatie veranderen tot het object dat de emoties oproept – vrees, bijvoorbeeld, moet ervoor zorgen dat je ergens niet mee te maken krijgt. Dat relationele aspect, dat is wat er in die verandering in gedragsbereidheid tot uiting komt.’
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media
Het fascinerende van het experiment met de blinde vlek is het feit dat we niet zien dat we niet zien.
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media