‘Geef een voorbeeld van een morele regel!’

Wittgenstein tegen Popper, zoals beschreven in Poppers Autobiografie (1978)

In 1946 nodigde de Moral Sciences Club in Cambridge wetenschapsfilosoof Karl Popper (1902–1994) uit om een voordracht te houden over een ‘filosofische puzzel’. Het was duidelijk dat Ludwig Wittgenstein (1889–1951) achter deze uitnodiging zat. Deze vond immers dat er geen werkelijke filosofische problemen bestaan, alleen puzzels die ontstaan door onjuist taalgebruik. Dit was een van de stellingen waar Popper ‘de meest hartgrondige hekel’ aan had, en hij besloot een rede te houden over de vraag: ‘Zijn er filosofische problemen?’
In zijn lezing beweerde Popper van wel. Het voorbeeld ‘Kunnen we dingen kennen door middel van onze zintuigen’ wees Wittgenstein af: dat was eerder een logisch probleem. ‘Bestaat oneindigheid?’, opperde Popper vervolgens. Nee, zei Wittgenstein, dat is een wiskundig probleem. Ten slotte noemde Popper het vraagstuk van de geldigheid van morele normen. Zijn woorden kracht bij zettend met een zwaaiende pook, riep Wittgenstein uit: ‘Geef een voorbeeld van een morele regel!’ Daarop antwoordde Popper: ‘Geen gastsprekers met poken bedreigen.’ Wittgenstein beende woedend de kamer uit.

Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media

Thema's:
Denkers: