Het Westen heeft een dosis Chinees confucianisme nodig.

Heleen Mees, Column, in NRC Handelsblad, 8 januari 2010.

Volgens velen zullen de Chinese machthebbers op zeker moment moeten besluiten om de samenleving meer naar liberaal democratisch model in te richten. Dit zou voorwaarde zijn voor het op vreedzame wijze oplossen van belangenconflicten. Tot nu toe laat China zich leiden door het confucianistische ideaal van absolute harmonie: ‘als iedereen maar gelooft in dezelfde leer en zich gedraagt volgens dezelfde morele codes, dan verdwijnen conflicten vanzelf.’ Zo wordt het gevangen zetten van critici een gerechtvaardigde daad.

Econome en juriste Heleen Mees (1968) vindt echter dat de westerse wereld niet net moet doen of bij ‘ons’ belangenconflicten nooit gewelddadig worden opgelost. Bovendien mobiliseren populistische politici met succes ‘een onsamenhangende groep onwillige kiezers die zich slechts met elkaar verbonden voelen door de dingen waar ze zich tegen keren’. Een bloeiende democratie vereist volgens Mees echter een constructieve opstelling van kiezers en gekozenen. In die zin lijkt ‘een afgewogen dosis confucianisme’ haar precies wat het Westen nodig heeft.

Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media