Het zekerste middel om niet heel ongelukkig te worden is niet te verlangen heel gelukkig te worden.

Arthur Schopenhauer in De kunst om gelukkig te zijn (2011)

Met dit citaat begint ‘Leefregel 36’ in het door Franco Volpi samengestelde boekje met verspreide uitspraken van de Duitse filosoof Arthur Schopenhauer (1788–1860) over de kunst van het gelukkig worden. Volgens deze pessimistische wijsgeer wordt onze wereld gekenmerkt door pijn en lijden, en geluk is voor hem vooral de (altijd tijdelijke) afwezigheid van ongeluk.
Een van de manieren waarop wij zelf van invloed zijn op ons geluk is het temperen van ons verlangen ernaar. Juist het ‘verwoede streven naar geluk trekt het meeste ongeluk aan’. Het bescheiden afstemmen van onze aanspraken op genot, bezit, aanzien en eer op onze middelen om die te verwerven, is ‘het zekerste middel om ongeluk te ontlopen’. Schopenhauer citeert met instemming de Romeinse dichter Horatius (65–8 v.Chr.):

‘Wie het gulden midden kiest
die houdt zich zeker verre van de vuiligheid van de vermolmde hut,
maar ook, in bescheidenheid, van de jaloers makende pracht en praal van het koninklijk slot’

Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media