Als iets niet waar is in de ogen van de minstbedeelden, dan is het niet waar.

Jean-Paul Sartre in Les communistes et la paix (1964)

Aan het slot van Les communistes et la paix komt Jean-Paul Sartre (1905–1980) met een radicale oplossing voor de vraag hoe we besluiten wie er gelijk heeft als mensen met onverenigbare belangen tegelijk beweren dat het recht aan hun kant staat. We moeten volgens hem de kwestie gewoon bekijken ‘met de ogen van de minst bevoorrechten’ of ‘van degenen die het meest onrecht wordt aangedaan’.

Volgens Sarah Bakewell (De existentialisten, 2016) zou dit zelfs kunnen dienen als criterium voor de waarheid zelf. ‘Met één pennenstreek veegde Sartre’, volgens haar, ‘het misleidende jargon van tafel waar bevoorrechte groepen zich van bedienen.’ Je zou tegenwoordig kunnen denken aan de liberalen die vinden dat inkomensverschillen gerechtvaardigd zijn omdat iedereen ‘gelijke kansen’ heeft, als hij maar bereid is om hard te werken. Dat gaat natuurlijk voorbij aan degenen die minder bevoorrecht zijn als het bijvoorbeeld gaat om afkomst, intelligentie en psychische en lichamelijke gezondheid.

Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media