Ludwig Wittgenstein in Tractatus Logico-Philosophicus (1921, 1922, vertaling René Munnik, 2009)
In hoofdstuk 6 van de Tractatus werkt Wittgenstein (1889–1959) toe naar het eenregelige slothoofdstuk waarin hij stelt dat je moet zwijgen over dingen waarvan je niet kunt spreken. Een van die dingen is de ethiek. In de wereld bestaat volgens hem geen waarde, want alles is hoe het is en gebeurt zoals het gebeurt. Daarom kunnen er geen ethische uitspraken bestaan, want uitspraken kunnen niks hogers uitdrukken dan dat toevallige en zo-zijn van de dingen. Over dat waarvan we niet kunnen spreken, heeft Wittgenstein in zijn latere werk overigens nog heel wat geschreven.
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media