Dehue

De boodschap van de grootschalige depressiebestrijders is primair dat we ondernemend moeten zijn, dat we niet te veel moeten denken (‘piekeren’) maar vooral moeten doen.

Trudy Dehue, De depressie-epidemie. Over de plicht het lot in eigen hand te nemen (2008)

De Vlaamse schrijver Erwin Mortier noemt in de Standaard het boek van Trudy Dehue ‘razend intelligent en boeiend’. Dehue (geb. 1951) is hoogleraar wetenschapstheorie en wetenschapsgeschiedenis aan de Universiteit Groningen en schreef eerder onder meer over de geschiedenis van het denken over methodologie in de psychologie (De regels van het vak, 1990). Ook in De depressie-epidemie laat zij zien dat ogenschijnlijk neutrale wetenschappelijke feiten constructies zijn die hun kracht ontlenen aan bondgenootschappen tussen zeer uiteenlopende partijen. Hoe kon het gebeuren dat gevoelens van neerslachtigheid tegenwoordig worden gezien als symptomen van een ziekte? Volgens Dehue is dit een gevolg van ‘het verbond dat de neoliberale politiek aanging met het farmaceutisch-wetenschappelijk complex, de marketingbedrijven en de mega-geestelijke gezondheidszorg. Samen benadrukken zij de plicht het lot in handen te nemen, die volgens de logica van de markt de primaire conditie is voor verdere welvaartsgroei.’ Dit ‘verbond’ vindt dat iemand die om allerlei redenen niet in staat is om zichzelf uit de put te halen, ten minste verplicht is zich chemisch te laten oppeppen om zijn carrière weer energiek ter hand te nemen. Een beetje verdriet hoort er nu eenmaal bij. Je zou denken dat er een ‘ban op bedachtzaamheid’ heerst.

Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media