Grün
Wie fouten wil vinden, vindt ze ook in het paradijs.
Henry Thoreau, geciteerd door Anselm Grün in Boek van levenskunst (2002, Ned. vert. 2003)
Aan de hand van dit citaat vraagt de benedictijner monnik Ansel Grün zich af hoe wij om moeten gaan met mensen die overal kritiek op hebben, wat je ook doet of zegt. Eerst probeert hij hen te begrijpen. Het lijkt of het mensen zijn die ontevreden met zichzelf zijn en jaloers worden als iemand iets prijst of bewondert. Het is moeilijk om met dergelijke mensen om te gaan, want ze hebben de neiging alles en iedereen om hen heen naar beneden te trekken. ‘Ze verspreiden een sfeer van ontevredenheid, gejengel, bitterheid en onvrede.’
Nu kun je hen natuurlijk niet met hun eigen wapens proberen te verslaan, door dit gedrag of deze houding te veroordelen, want dan ben je geen haar beter. Nee, maar Grün raad je wel aan om je ‘eigen ziel te beschermen’ en uit hun buurt te blijven. Ten afscheid zeg je dan misschien nog: ‘Je mag zijn zoals je bent. (…) Maar ik weiger jouw zienswijze voor mijzelf te accepteren. Ik zie er ook van af om je te overtuigen van het tegendeel. Want ik weet dat dat een eindeloze onderneming wordt.’
Tevens verschenen op de Levenskunstkalender © Veen Media
Leer dansen, anders weten de engelen in de hemel niets met je te beginnen.
Augustinus, geciteerd door Anselm Grün in Boek van levenskunst (2002, 2003)
Augustinus van Hippo (354-430 na Chr.) was bisschop, theoloog, filosoof en kerkvader. Volgens de Duitse benedictijner pater en auteur van vele spirituele boeken Anselm Grün (1945) was het naleven van de tien geboden voor Augustinus niet de eerste voorwaarde om tot de hemel te worden toegelaten. Het is juist de vitaliteit die we op Aarde ontwikkelen die bepaalt of wij eeuwig zullen vertoeven in het bovenaardse. En natuurlijk is dansen een teken van vitaliteit. Grün zegt dat hij zichzelf vergeet als hij danst en ‘helemaal in zijn lichaam zit’.
Volgens Augustinus moeten we ons de engelen voorstellen als dansende wezens die ons maar al te graag willen opnemen in hun hemelse reidans. Het schijnt dat een andere kerkvader, Hippolytus (ca. 170-235), Christus de ‘voordanser’ van die dans noemt.
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media
De god van de Chronos is een tiran.
Anselm Grün in Boek van levenskunst (2002, 2003)
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media