Gude

Een ander gebrek in het menselijke karakter is dat iedereen wil bouwen en niemand het onderhoud wil doen.

Kurt Vonnegut Jr. in Hocus Pocus (1990)

In 2014 was de toenmalige Denker des Vaderlands René Gude (1957–2015) te gast bij Theo Maassen in het tv-programma 24 uur met … Hij vertelt dat hij het niet ziet als zijn opgave om nieuwe filosofie te verzinnen, ‘er is al zat’, maar alleen maar zo goed mogelijk probeert die van anderen over te brengen. Ook in het algemeen vindt Gude innovatie en vernieuwing maar ‘gedoe’, dat veel onrust teweegbrengt en dat maakt dat er te weinig aandacht is voor wat er al bedacht is. Voor je het weet kom je dan met een idee of een gebouw dat er al lang is. In dat verband citeert Gude ook Vonnegut: ‘… everybody wants to build and nobody wants to do maintenance.’ Gude heeft het als het ware op zich genomen om het ‘onderhoud’ van de filosofie te verzorgen, concludeert Theo Maassen.

Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media

Als het leven geen zin heeft, dan maakt het maar zin.

Gummbah op trui voor expositie ‘Nobody Forever’, 2006

Filosoof René Gude was al ernstig ziek toen hij in 2013 tot Denker des Vaderlands werd gekozen. In een interview met Trouw (16 november 2013) zegt hij de uitspraak van Gummbah te hanteren als uitgangspunt voor het verkennen van alle terreinen van het leven. Hij behoort tot die grote groep intellectuelen van tegenwoordig die ervan overtuigd zijn dat er ‘geen voorgegeven zin is van dit alles’, maar dat mensen ‘met wisselend succes’ zin ‘geven’ of ‘maken’. Zelf maakt hij zin door te werken. Als hij ’s morgens geen zin heeft om te beginnen, heeft hij de discipline om toch aan de slag te gaan, en ’s avonds is hij weer een tevreden mens.
Als je het niet zo getroffen hebt met je baan kun je ook zin maken door gezinsleven of vrienden, in maatschappelijke activiteiten of in de politiek. Als het je lukt om zin te maken, kom je in ‘een gemoedstoestand waarin je bent als je zinnen geprikkeld zijn, je zintuigen het schone waarnemen, je volzinnen betekenis hebben en je louter zinvolle doelen voor ogen hebt’. In 2500 jaar wijsbegeerte is de zaak dus nogal omgedraaid: het is niet langer zo dat het Schone, het Ware en het Goede het vanzelfsprekende streven zijn van de deugdzame mens, want die moeten eerst door hem worden gemaakt om ze vervolgens te kunnen ervaren. Dat kan maar twee dingen betekenen: de hoogmoed kent nu echt geen grenzen meer of wat wij in die gemoedstoestand ervaren is een illusie die vandaag of morgen wordt doorgeprikt. Of is dat laatste reeds lang geleden gebeurd …

Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media