Tertullianus

Credo quia absurdum = ik geloof (het) omdat het ongerijmd is.

Tertullianus

De Latijnse uitdrukking ‘credo quia absurdum’ wordt toegeschreven aan kerkvader Tertullianus (ca. 160–230 n.Chr.). Maar in zijn De Carne Christi zegt hij het toch anders: ‘De zoon van God is gestorven, credibile est, quia ineptum est (dit is geloofwaardig, omdat het absurd is), En eenmaal begraven herrees hij; certum est, quia impossibile (dit is zeker, omdat het onmogelijk is).’ Journalist en schrijver H.L. Mencken verklaarde het gebruik van deze redeneervorm uit het feit dat Tertullianus van oorsprong advocaat was …

Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media

Credo … absurdum = ik geloof (het), het is ongerijmd.

Søren Kierkegaard

In zijn proefschrift constateert de Nederlandse filosoof Jan Sperna Weiland (1925-2011) dat Kierkegaard (1813-1855) vond dat wanneer je de aan Tertullianus toegeschreven uitspraak credo quia absurdum (ik geloof omdat het ongerijmd is) serieus nam, je er geen redeneervorm van kon maken. Daarmee suggereer je immers dat het niet ongerijmd is, want je hebt er een reden voor (namelijk dat je er geen reden voor hebt). En voor Kierkegaard is geloven: ‘zich godvruchtig en onvoorwaardelijk onderworpen willen verweren tegen de ijdele gedachte van te willen begrijpen en tegen de ijdele inbeelding van te kunnen begrijpen.’

Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media