Nationalisme

Elke uitgesproken, elke geschreven zin is een weggeworpen steen, je weet niet wie hij raakt en hoe.

György Konrád in ‘Mondiaal denken is als een religieus gebod’ in NRC Handelsblad (27 maart 1993)

In de lezing waar het NRC-artikel de neerslag van is, buigt de Joods-Hongaarse schrijver György Konrád (geb. 1933) zich over de vraag of het nog wel mogelijk is om mondiaal te denken als er juist overal nationalistische groepen streven naar afscheiding of verzelfstandiging, zoals destijds onder meer gebeurde op de Balkan.
Konrád staat bekend als een groot voorvechter van individuele vrijheid, maar zelf spreekt hij hier van een ‘mondiaal individualisme’. Hij erkent dat dat mondiale individualisme waarschijnlijk een ‘aristocratisch standpunt’ is, ‘zoals van een arts, die zich door een eed verplicht eenieder naar zijn beste vermogen te genezen, ongeacht het milieu van de patiënt’. Maar uit die erkenning van mondiale verbanden volgt voor hem dat ieder mens verantwoordelijk is voor de gehele mensheid, en op grond van die ‘huiveringwekkende ontmoeting met de beleving van de mondiale verantwoordelijkheid’ moet je dus oppassen met wat je zegt. Bij Konrád in het citaat dus geen pleidooi voor het recht om te kwetsen van sommige Nederlandse pseudo-intellectuelen, want de intellectueel die Konrád is ‘staat aan de kant van de aarde en haar bewoners en houdt soms in gedachten de mensheid als een baby in zijn armen’.

Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media