Oidipous

Want Oidineus had begrepen, dat de vraag, waarop de vraag ‘Wat is de mens?’ het antwoord is, dezelfde vraag was: ‘Wat is de mens?’ – omdat de mens geen antwoord is, maar een vraag.

Harry Mulisch in Voer voor psychologen (1961)

Als een toegift bij de VIe Vandaag (1951) herschrijft Harry Mulisch – niet voor het eerst en niet voor het laatst – de tragedie van Oidipous. Dit verhaal gaat over Oidineus, van wie ook wordt voorspeld dat hij zijn vader zal vermoorden en zijn moeder zal huwen, maar die geen ‘zwelvoet’ (= ‘oidipous’) heeft, maar een doorboorde neus (voor wie dat wil, biedt Mulisch’ werk veel zelfspot). Oidineus krijgt van het Orakel te horen dat hij zijn vader zal doden en zal trouwen met zijn moeder, maar hij moet dan eerst de Computor verslaan. ‘Begerig’ gaat hij nog dezelfde dag op weg. De Computor vraagt welke vraag als antwoord heeft: ‘Wat is de mens?’ Alle gelukzoekers die als antwoord hebben geven dat dat geen vraag is, of die hun klassiekers kennen en zeggen: ‘Welk wezen loopt ’s morgen op vier poten, ’s middags op twee en ’s avonds op drie’, worden onmiddellijk geëlektrocuteerd. Maar Oidineus geeft het juiste antwoord: ‘Wat is de mens?’ De Computor zinkt met veel geraas in elkaar tot oud roest en Oidineus leeft lang en gelukkig aan de hand van zijn moeder, nadat hij zijn vader plechtig heeft doodgestoken.

Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media