De dood is geen gebeurtenis van het leven. De dood beleeft men niet.

Ludwig Wittgenstein in de Tractatus Logico-Philosophicus, 6.4311

Er zijn meer filosofen geweest die op een dergelijke wijze de dood hebben proberen weg te redeneren. Bij Wittgensteins Tractatus blijft het altijd spannend om te lezen waarover je dus wel blijkt te kunnen spreken, omdat je steeds weet dat hij het boek zal eindigen met stelling 7, waarin hij zegt dat je niet anders kunt dan zwijgen over de dingen waarover je niet kunt spreken.
In 5.633 heeft Wittgenstein het over het oog en het gezichtsveld gehad. En daar heeft hij een belangrijke vaststelling gedaan, namelijk dat je het oog niet ziet. ‘En uit niets in het gezichtsveld kun je concluderen, dat het door een oog wordt gezien.’ Je gezichtsveld is daarom niet begrensd, omdat jijzelf als kijker (‘subject’) de grens bent. Als Wittgenstein dan verderop over de dood spreekt, vergelijkt hij ons leven met ons gezichtsveld: ‘Ons leven is net zo eindeloos, als ons gezichtsveld grenzeloos is.’ Bij de dood verandert de wereld niet, maar eindigt deze.

Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media

Thema's:
Denkers: