Adorno

‘Wij’ zeggen en ‘ik’ bedoelen, is een van de uitgezochtste beledigingen.

Theodor Adorno in Minima Moralia (1951, p. 252)

Soms maakt een filosoof het de lezer met een andere moedertaal niet gemakkelijk. De Duitser Theodor Adorno (1903-1969), socioloog, filosoof, musicoloog, componist en literatuurcriticus, was prominent lid van de uiterst maatschappijkritische Frankfurter Schule. Naast vele zeer theoretische werken schreef hij ook een bundel teksten in een genre dat volgens hem ooit de ware filosofie was, maar nu in de vergetelheid is geraakt: de leer van het juiste leven. Deze ‘minimale moralismen’ zijn uitgewerkt in korte, afzonderlijke paragrafen. Een daarvan bestaat slechts uit enkele aforismen, waarvan dit er eentje is.
Wat is wijsheid als het om de vertaling gaat van ‘Wir sagen und Ich meinen, ist eine von den ausgesuchtesten Kränkungen’? ‘Ausgesucht’ kan in twee betekenissen worden vertaald als ‘uitgezocht’ (1. uitgelezen, voortreffelijk; 2. onmiskenbaar, duidelijk), maar in een derde ook nog als ‘van geringe kwaliteit’, wat eigenlijk het tegenovergestelde is van de eerste betekenis. In de Engelse vertaling, die jaren na Adorno’s dood is verschenen, is gekozen voor ‘recondite’, maar dat betekent iets heel anders: obscuur, duister. Zouden de Duitsers zelf precies weten wat Adorno bedoelde? In ieder geval zou hij zich tegenwoordig vaak beledigd voelen, want ‘wij’ zeggen waar ‘ik’ wordt bedoeld is onuitroeibaar gebleken.
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media