Melancholie

De natuur zelf geneest mij van deze filosofische melancholie.

David Hume in Traktaat over de menselijke natuur (1739-1740)

Wanneer de Schotse filosoof David Hume (1711-1776) probeerde met een kosmische blik naar mens en universum te kijken, werd hij geplaagd door ‘filosofische melancholie’: hij begon aan alles te twijfelen en wist niet meer wat de zin van het leven of van denken was. Hij ontdekte echter dat de natuur iets kon waartoe het menselijk verstand niet in staat was: de natuur verdreef de wolken van twijfel en genas hem van deze aandoening door hem af te leiden en hem levendige indrukken te geven via zijn zintuigen. ‘Ik dineer, speel backgammon, converseer en ben vrolijk met mijn vrienden. En wanneer ik na drie of vier uur vermaak zou terugkeren naar die speculaties, dan zouden ze zo koud, geforceerd en belachelijk lijken dat ik het niet over mijn hart kan verkrijgen om er nog mee door te gaan.’

Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media