Verstrooiing
Wie alle dagen in de rondte rent wordt een vreemde in zijn eigen huis; wie altijd verstrooiing zoekt wordt een vreemde in zijn eigen hart.
Adolph Knigge in Über den Umgang mit Menschen (1788)
Door het boek over de ‘omgang met mensen’ werd Knigges naam synoniem voor ‘handleiding voor de etiquette’, maar zo’n boek is het eigenlijk helemaal niet. Het gaat eerder over levenskunst, en Knigge gaat daarbij uit van een duidelijke moraal. Hij vindt bijvoorbeeld dat het onze belangrijkste plicht is om bezig te zijn met het verbeteren van onszelf, het ‘cultiveren van het eigen ik’. Het is daarom ‘onvergeeflijk’ als je altijd in het gezelschap van anderen bent. Dan is het alsof je voor jezelf vlucht.
Bovendien loop je het gevaar in het gezelschap van ‘leeglopers’ terecht te komen. Als dat bovendien mensen zijn die zich aan je proberen te binden door je voortdurend te vleien, ‘verlies je de smaak voor de stem van de waarheid’. En als je dan de stem van je geweten hoort, ren je misschien wel hard weg, ‘het vertier in, waar die weldadige stem overschreeuwd wordt’.
Tevens verschenen op de Levenskunstkalender © Veen Media
De natuur zelf geneest mij van deze filosofische melancholie.
David Hume in Traktaat over de menselijke natuur (1739-1740)
Wanneer de Schotse filosoof David Hume (1711-1776) probeerde met een kosmische blik naar mens en universum te kijken, werd hij geplaagd door ‘filosofische melancholie’: hij begon aan alles te twijfelen en wist niet meer wat de zin van het leven of van denken was. Hij ontdekte echter dat de natuur iets kon waartoe het menselijk verstand niet in staat was: de natuur verdreef de wolken van twijfel en genas hem van deze aandoening door hem af te leiden en hem levendige indrukken te geven via zijn zintuigen. ‘Ik dineer, speel backgammon, converseer en ben vrolijk met mijn vrienden. En wanneer ik na drie of vier uur vermaak zou terugkeren naar die speculaties, dan zouden ze zo koud, geforceerd en belachelijk lijken dat ik het niet over mijn hart kan verkrijgen om er nog mee door te gaan.’
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media
Om de omgang aangenaam te maken moet iedereen zijn vrijheid behouden.
François de La Rochefoucauld in Réflexions ou sentences et maximes morales (1665)
Tevens verschenen op de Levenskunstkalender © Veen Media
Alle ellende van de mensen heeft maar één oorzaak, namelijk dat zij niet in staat zijn rustig in een kamer te blijven.
Blaise Pascal in ‘Over de verstrooiing’ in Gedachten (1669)