Profeet

Een van hun eigen profeten, zelf een Kretenzer, heeft gezegd: ‘Kretenzers zijn onverbeterlijke leugenaars, gemene beesten, vadsige vreters.’ Dát is pas een waar woord!

Paulus in De brief aan Titus 1:12-13

De ‘profeet’ die apostel Paulus in zijn brief citeert is de Griekse ziener, dichter en filosoof Epimenides van Knossos (6e eeuw v.Chr.). Paulus lijkt met zijn toevoeging ‘zelf een Kretenzer’ te willen benadrukken dat Epimenides iemand is die het kan weten (dat Kretenzers ‘onverbeterlijke leugenaars, gemene beesten, vadsige vreters’ zijn). Het is niet bekend of Paulus zich ervan bewust is dat hij met zijn formulering de beroemde ‘paradox van Epimenides’ oproept. Want letterlijk genomen staat er dat een Kretenzer zegt dat alle Kretenzers liegen. Dat is een paradox, want als de uitspraak ‘Alle Kretenzers liegen’ waar is, is hij tegelijk niet waar, want dan is de Kretenzische Epimenides een tegenvoorbeeld.

Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media