Troost

Een goed aforisme is te hard voor de tand des tijds en wordt in geen millennia verteerd, al dient het elke tijd tot voeding.

Friedrich Nietzsche in Menselijk, al te menselijk (1878, 1980)

Volgens Irvin D. Yalom is Friedrich Nietzsche de ‘grootste aforist aller tijden’. Hij schreef ook een (fictief) boek waarin Nietzsche een van de hoofdpersonages is: Nietzsches tranen. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat hij ook Nietzsche citeert als het gaat om een kernachtige omschrijving van wat een aforisme is (zie het citaat). Daar voegt Nietzsche nog aan toe dat het aldus de grote paradox van de literatuur is: ‘het onvergankelijke te midden van het veranderende, het voedsel dat geen aanzien zal kwijtraken, zoals zout, en nooit zijn smaak verliest.’

Volgens Yalom kunnen we daarom onze angsten, en met name die voor de dood, onder meer te lijf gaan met pakkende gedachten van een groot denker. Deels komt dat doordat we troost vinden in de ontdekking dat grote geesten hebben geworsteld met dezelfde zorgen als wij, deels omdat ze laten zien dat wanhoop in kunst kan worden omgezet.

Tevens verschenen op de Levenskunst Kalender © Veen Media