Doodsangst
De zon noch de dood kun je in de ogen kijken.
François de La Rochefoucauld, geciteerd in Irvin D. Yalom – Tegen de zon in kijken (2008)
Het citaat van De La Rochefoucauld is het motto van Yaloms boek over ‘doodsangst en hoe die te overwinnen’, en in zijn nawoord komt hij erop terug. Het volksgeloof wil inderdaad dat het schadelijk voor je gezondheid is om tegen de zon of de dood in te kijken. Tegen de zon in kijken zou Yalom inderdaad niemand aanraden, maar in het boek pleit hij voor ‘een standvastige blik recht in het gezicht van de dood’. Yalom was gewend dat collega’s en vrienden altijd zeer geïnteresseerd waren in wat hij aan het schrijven was, maar dat gold niet voor dit boek. Als hij vertelde waar dit boek over ging, viel het gesprek stil. Yalom vindt echter dat je doodsangst net zo moet behandelen als andere angsten, want ontkenning van die ‘waarheid van het leven’ perkt ons innerlijk in, maakt onze blik onscherp en stompt ons denkvermogen af.
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media
Sommigen weigeren de lening van het leven te aanvaarden om de schuld van de dood te vermijden.
Otto Rank in Will therapy (1930)
De existentieel psychotherapeut Irvin D. Yalom schrijft in zijn boek over doodsangst (Tegen de zon inkijken), waar hij zelf ook aan lijdt, dat sommige mensen geneigd zijn zich zo ongevoelig mogelijk te maken en niet van het leven te genieten uit angst dat ze dan te veel te verliezen hebben. Hij verwijst in dat verband naar het citaat van Otto Rank, de eerste betaalde kracht van de psychoanalytische beweging van Sigmund Freud.
Hij brengt daar een belangrijke dynamiek naar voren, namelijk die tussen ‘doodsangst’ en ‘levensangst’. Elk mens streeft ernaar zichzelf te ontwikkelen, uit te groeien tot een individu dat zijn of haar potentieel kan verwezenlijken. Maar dit brengt ook nieuwe ‘levenszorgen’ met zich mee. Want wie vrij is, is ook verantwoordelijk voor wat hij of zij doet. En wie vrij is en zelf zin aan het leven moet geven, is daarin ten diepste eenzaam. Om met deze levensangst om te gaan, zoeken mensen troost in versmelting met een ander. Maar de dreiging die ander te verliezen, kan weer doodsangst oproepen.
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media
We moeten leren datgene te willen dat er gewoon al is en gebeurt.
parafrase van Epictetus in Marja Havermans, Sterven als een stoïcijn – Filosofie bij ziekte en dood (2019)
De antieke stoïcijnse levenskunst kent momenteel een grote populariteit, en er verschijnen vele boeken waarin het denken van met name de jonge Stoa, zoals dat van Seneca, Marcus Aurelius en Epictetus, uit de doeken wordt gedaan. Heel pregnant gebeurt dat in het openhartige en ontroerende boek van Marja Havermans over de negen maanden waarin zij en haar man moesten leven met de wetenschap dat hij terminaal ziek was. Zij doet verslag van het dagelijks leven met dit doodsvonnis én van de manier waarop zij allebei, met behulp van de stoïcijnse filosofie, probeerden om te gaan met dit onontkoombare feit. Maar als Epictetus stelt dat je je lijden kunt opheffen door gewoon iets anders te willen, is dat haar ‘een brug te ver’. Zij zou dan immers moeten ‘willen’ dat haar man Paul overlijdt. Dat ‘onwilbare’ te willen is haar niet gelukt. Wat haar betreft is het ‘hoogst bereikbare de dood te aanvaarden als iets waarop je geen invloed hebt’.
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media
Het besef dat al onze ervaringen gedoemd zijn verloren te raken is de aangewezen manier om het leven naar waarde te schatten, mededogen met anderen te voelen en diepe liefde te koesteren.
Irvin D. Yalom in Tegen de zon inkijken (2008)
Mede door zijn studie van de filosofie komt de psychiater en existentieel psychotherapeut Irvin D. Yalom tot de conclusie dat ieder mens zijn houding moet bepalen ten opzichte van vier fundamentele ‘levenszorgen’: sterfelijkheid, vrijheid/verantwoordelijkheid, isolement en zinloosheid. Zelf heeft Yalom het meest last van doodsangst. Op latere leeftijd verzamelt hij in Tegen de zon inkijken (2008) alle manieren die hij in de loop der jaren heeft gebruikt om die te bezweren.
Uiteindelijk meent hij dat het besef dat we sterfelijk zijn weliswaar zeer beangstigend kan zijn, maar dat we dat besef juist niet moeten onderdrukken. Door dat besef kunnen we ‘die duisternis met onze levensvonk laten versmelten, en het zal ons leven zo lang we dat nog hebben alleen maar krachtiger maken’. Onder meer in de steungroepen van terminale patiënten, die hij jarenlang begeleidde, heeft hij ervaren dat mensen nog laat in hun leven aanzienlijke positieve veranderen kunnen doormaken. ‘Het is nooit te laat. Je bent nooit te oud.’
Tevens verschenen op de Levenskunst Kalender © Veen Media
Zelfbewustzijn is een schitterend geschenk … maar we betalen er een hoge prijs voor: de wond van de sterfelijkheid.
Irvin D. Yalom in Tegen de zon inkijken (2008)
Voor de Amerikaanse existentieel psychotherapeut Yalom is het besef dood te moeten gaan de grootste ‘levenszorg’. Alles wat hij ooit heeft bedacht om zijn patiënten én zichzelf daarmee te leren omgaan heeft hij bijeengebracht in Tegen de zon inkijken.
Aan de ene kant meent Yalom dat het besef van sterfelijkheid kan zorgen dat we ons leven veranderen om later geen spijt te krijgen. Hij sluit daarvoor aan bij onder andere Heidegger, die meende dat je alleen authentiek kunt leven als je de angst voor de dood toelaat. Maar volgens Yalom kunnen we ons niet op elk moment van ons leven ten volle bewust zijn van die verschrikking. Dat zou net zoiets zijn als proberen ‘tegen de zon in te kijken’. Daarom moeten we methoden verzinnen om die angst voor de dood te temperen, al zullen we die nooit volledig kunnen temmen. Een van de manieren die hij (ook zijn patiënten) aanraadt is (klassieke) filosofen lezen voor wie filosoferen vooral leren te sterven is, zoals Epicurus en Seneca. Zij ‘verzorgen’ de wond van de sterfelijkheid.
Tevens verschenen op de Levenskunstkalender © Veen Media
De fysieke kant van de dood betekent weliswaar ons einde, maar de idee van de dood is onze redding.
Irvin D. Yalom in Tegen de zon inkijken (2008)
In het citaat wijst hij op een andere manier om doodsangst te overwinnen. De gedachte aan de onvermijdelijkheid van de dood kan ons namelijk ook de ogen openen en ons aanzetten ons leven voller te leven, om er ‘het beste van te maken’, zodat we geen spijt hebben als het eenmaal zover is.
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media
Als we ons beschermen … tegen een te intens of te snel leven … voelens we ons schuldig vanwege het ongebruikte leven, het ongeleefde leven in ons.
Gewoonlijk voelen we ons schuldig als we iets hebben gedaan wat een ander schaadt, of daarover hebben gefantaseerd. Maar volgens de Oostenrijkse psychoanalyticus-van-het-eerste-uur Otto Rank (1884–1939) is er nog een andere bron van schuldgevoelens: jezelf schade aandoen, doordat je er niet in slaagt het leven te leven dat je is toebedeeld. Volgens Rank kiest iemand voor de ‘neurotische levensstijl’ om te ontsnappen aan doodsangst. De neuroticus weigert ‘de lening van het leven’ om ‘de schuld van de dood’ niet te hoeven betalen. Door de doodsangst te onderdrukken, ga je echter niet alleen van binnen al een beetje dood, maar word je geplaagd door wat Yalom ‘existentiële schuld’ noemt.
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media
… echte nederigheid / De hoogste deugd, moeder van allemaal
Alfred, lord Tennyson in ‘The Holy Grail’ uit Idylls of the King (1859-1885)
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media
Als je je in een gevaarlijke situatie bevindt moet je nooit iets verwachten. Wat als er dit gebeurt? Wat als er dat gebeurt? Er is nog niets begonnen en je bent je al helemaal aan het voorbereiden – voor niets! Je moet een rustige geest hebben. Verwachtin
Andrew Lum in Diary of the Way. Three Paths to Enlightenment (red. Ira Lerner, 1976)
Tai-chimeester Andrew Lum wordt geciteerd in het boek waarin Robert Pater deze en vele andere inzichten uit de martial arts samenbrengt om managers te ondersteunen bij de strijd op de markt (Leading from within, 1999). Om angst te overwinnen moet je je oefenen in het beheersen van je eigen houding tot de dingen. Door deze zelfbeheersing kun je de basis leggen voor een ‘moedige geest’. Nu is moed volgens veel filosofen een van de belangrijkste deugden, maar de moderne westerse mens heeft die in hele andere situaties nodig dan in de oudheid. Voor de oude meesters van de filosofie en die van de vechtkunst was de eerste en belangrijkste stap bij het ontwikkelen van de deugd van de moed het overwinnen van de angst voor de dood. Volgens Pater gaat het bij deze deugd tegenwoordig om de moed om te falen, de moed om ‘onzichtbaar’ te zijn (en niet de hele tijd bezig te zijn met je imago of erkenning), de moed om ‘het weg te geven’ (te delegeren) en de moed om te scheppen (en niet bang te zijn om buiten te worden gesloten of om belachelijk gevonden te worden).
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media