Levenszorgen

Sommigen weigeren de lening van het leven te aanvaarden om de schuld van de dood te vermijden.

Otto Rank in Will therapy (1930)

De existentieel psychotherapeut Irvin D. Yalom schrijft in zijn boek over doodsangst (Tegen de zon inkijken), waar hij zelf ook aan lijdt, dat sommige mensen geneigd zijn zich zo ongevoelig mogelijk te maken en niet van het leven te genieten uit angst dat ze dan te veel te verliezen hebben. Hij verwijst in dat verband naar het citaat van Otto Rank, de eerste betaalde kracht van de psychoanalytische beweging van Sigmund Freud.

Hij brengt daar een belangrijke dynamiek naar voren, namelijk die tussen ‘doodsangst’ en ‘levensangst’. Elk mens streeft ernaar zichzelf te ontwikkelen, uit te groeien tot een individu dat zijn of haar potentieel kan verwezenlijken. Maar dit brengt ook nieuwe ‘levenszorgen’ met zich mee. Want wie vrij is, is ook verantwoordelijk voor wat hij of zij doet. En wie vrij is en zelf zin aan het leven moet geven, is daarin ten diepste eenzaam. Om met deze levensangst om te gaan, zoeken mensen troost in versmelting met een ander. Maar de dreiging die ander te verliezen, kan weer doodsangst oproepen.

Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media

Zelfbewustzijn is een schitterend geschenk … maar we betalen er een hoge prijs voor: de wond van de sterfelijkheid.

Irvin D. Yalom in Tegen de zon inkijken (2008)

Voor de Amerikaanse existentieel psychotherapeut Yalom is het besef dood te moeten gaan de grootste ‘levenszorg’. Alles wat hij ooit heeft bedacht om zijn patiënten én zichzelf daarmee te leren omgaan heeft hij bijeengebracht in Tegen de zon inkijken.

Aan de ene kant meent Yalom dat het besef van sterfelijkheid kan zorgen dat we ons leven veranderen om later geen spijt te krijgen. Hij sluit daarvoor aan bij onder andere Heidegger, die meende dat je alleen authentiek kunt leven als je de angst voor de dood toelaat. Maar volgens Yalom kunnen we ons niet op elk moment van ons leven ten volle bewust zijn van die verschrikking. Dat zou net zoiets zijn als proberen ‘tegen de zon in te kijken’. Daarom moeten we methoden verzinnen om die angst voor de dood te temperen, al zullen we die nooit volledig kunnen temmen. Een van de manieren die hij (ook zijn patiënten) aanraadt is (klassieke) filosofen lezen voor wie filosoferen vooral leren te sterven is, zoals Epicurus en Seneca. Zij ‘verzorgen’ de wond van de sterfelijkheid.

Tevens verschenen op de Levenskunstkalender © Veen Media

Mensen die voluit worstelen met fundamentele overtuigingen en waarden zijn psychisch gezonder dan degenen die dat niet doen.

Carmen K. Oemig Dworsky, Kenneth I. Pargament, Serena Wong, Julie J. Exline (2016). Suppressing spiritual struggles: The role of experiential avoidance in mental health. Journal of Contextual Behavioral Science

Hoogleraar psychologische wetenschappen aan Case Western Reserve, Julie Exline, en haar collega’s melden dat religieuze en spirituele worstelingen, zoals conflicten met God en vragen over de zin van het leven, voor veel mensen taboe zijn. Zij zijn geneigd die vragen uit de weg te gaan. Maar als zij dat doen, leven ze vaak met meer angst of zijn ze depressiever dan mensen die zich voluit overgeven aan deze worstelingen.

In het algemeen lijken mensen emotioneel gezonder als ze in staat zijn om verwarrende en verontrustende gedachten toe te laten. Daarbij helpt het vooral wanneer het lukt om spirituele twijfels objectief te bekijken. Of je er nu wel of niet meteen uitkomt, is een volgende vraag, maar je kunt ze dan wel verdragen. Ook is het vermijden van de grote levenskwesties op zichzelf niet het probleem. Het wordt dat wel als je je daardoor gaat gedragen op een manier die indruist tegen je persoonlijke doelstellingen en de wereld op een rigide manier tegemoet gaat treden.

Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media

De existentiële aard van de menselijke werkelijkheid maakt broeders en zusters van ons allemaal.

Irvin D. Yalom in Existential Psychotherapy (1980)

Nadat de Amerikaanse existentieel psychotherapeut Irvin D. Yalom (1931) er tien jaar aan gewerkt had, verscheen in 1980 van zijn hand een standaardwerk, Existential Psychotherapy, waarin hij de ideeën van een groot aantal filosofen, grote schrijvers (als Dostojevski, Tolstoi en Kafka) en psychotherapeuten op systematische wijze bij elkaar bracht aan de hand van vier zogenaamde ‘levenszorgen’. Deze liggen volgens hem ten grondslag aan veel problemen van zijn patiënten, maar ook aan onze angsten en sombere buien. Ten eerste wordt ieder mens geconfronteerd met de zekerheid van zijn eigen sterfelijkheid. Ten tweede is ieder individu absoluut vrij, wat een kwellende verantwoordelijkheid met zich meebrengt. Ten derde betekent die eindigheid en verantwoordelijkheid dat we in een existentieel isolement verkeren. En ten slotte wordt ieder mens daardoor geplaagd door een onleefbaar besef van zinloosheid.
Omdat deze gegevenheden van het bestaan voor iedereen gelden, brengt het besef daarvan ons dichter bij de neuroticus en ‘zelfs’ bij de schizofreen. De afweerreacties tegen de angst voor de dood zijn bij de laatstgenoemde misschien meer bizar, extreem en invaliderend, maar met die angst moeten we allemaal zien te leven.

Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media