Leiderschap
Leid een grote staat zoals u een kleine vis zou bereiden.
Lao-tse in Tao Te King
Volgens de overlevering is Lao-tse of Laozi een van de grondleggers van het taoïsme. Teleurgesteld over het gebrek aan respons op zijn wijsheden, verliet hij China. Bij de grens haalde een poortwachter hem over zijn ideeën toch op te schrijven, en daarom is de Tao Te King of Dao De Jing overgeleverd. Hierin adviseert Lao-tse leiders om niet zozeer doortastend en besluitvaardig te zijn, maar om voorzichtigheid te betrachten en compassie te tonen als teken van kracht en niet van zwakte. ‘Een goede baas houdt zijn hoofd lager dan zijn werknemers.’
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media
Rechtvaardigheid is de leiderschapsdeugd bij uitstek.
Voor hun filosofische wijze van werken met organisaties gebruiken de filosofen Kessels, Boers en Mostert het beeld van een school, als een van oorsprong vrije ruimte, ‘een vrijplaats om na te denken, samen met anderen, over hoe de wereld in elkaar zit, wat ons en anderen te doen staat, wat het “goede leven” inhoudt’.
Volgens de klassieke levenskunst moet ieder mens streven naar voortreffelijkheid en die kun je uitdrukken in vier zogenaamde kardinale deugden: (de juiste) maat / matigheid, moed, verstandigheid/bezonnenheid en rechtvaardigheid. De laatste daarvan is in de klassieke opvatting de hoogste.
Rechtvaardigheid is ‘het vermogen het juiste evenwicht aan te brengen, enerzijds in jezelf tussen de drijfveren van je eigen buik, hart en hoofd, anderzijds in de werkelijkheid om je heen, tussen verschillende soorten belangengroepen en hun aanspraken’. Het is de leiderschapsdeugd bij uitstek omdat het gaat om de kunst van een evenwichtig geheel, de balans tussen behoefte en verdienste, doelen en middelen, regels en billijkheid, vrijheid en gelijkheid. Zij is uiteindelijk ‘het richtpunt van alle andere excellenties, omdat zij de basis is van alle sociale cohesie’.
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media
Enige tijd geleden drong het tot mij door dat de wijste mensen die ik ken, allemaal één ding gemeen hebben: ze zijn gulzig op zoek naar wijsheid.
Jeff Myers in Finding the wise people (2001, lifeway.com)
Leiderschapscoach Jeff Myers geeft zelf toe dat het voor de hand lijkt te liggen, maar voegt daaraan toe dat het dat niet is. Je moet namelijk nederig te zijn om bij anderen te rade te gaan, en dus voortdurend vechten tegen je eigen trots en zelfgenoegzaamheid.
- Wie weet wat jij moet weten?
- Wie doet wat jij graag wilt doen?
- Wie kent jou beter dan jijzelf?
- Wie geeft je eerlijke, constructieve feedback?
- Wie kan je bemoedigen en begeleiden?
Ongemakkelijk ligt het hoofd dat de kroon draagt.
Hendrik IV in het gelijknamige stuk van William Shakespeare
We kunnen de toekomst niet voorspellen, maar we kunnen haar wel creëren.
Jim Collins in Great by Choice (2011)
Alle mensen hebben een hart dat het lijden van anderen niet kan verdragen.
Mencius in De Mencius
Je zou kunnen stellen dat meten een activiteit is die erin bestaat dat je een ‘geheim schendt’.
Jan Hoogland & Maarten Verkerk in Prediker voor managers. Levenswijsheid voor bestuurders en professionals (2010)
De hoogleraren christelijke filosofie Hoogland en Verkerk maken zich zorgen dat de ‘unieke, onvergelijkbare en uiteindelijk onbenoembare kwaliteit van een ding, proces of verschijnsel wordt uitgedrukt in termen van iets heel anders’. Bestuurders en managers zijn nog wel eens geneigd te vergeten dat hun rol in een organisatie een indirecte is: zij moeten het mogelijk maken dat de processen in een organisatie zo op elkaar worden afgestemd dat de mensen op de werkvloer kunnen zorgen voor goede producten, effectieve diensten, inspirerend onderwijs, liefdevolle zorg enzovoort. Om te laten zien dat zij hun werk goed doen, verliezen veel leidinggevenden zich vervolgens in het meetbaar maken van die kwaliteit in termen van efficiëntie, kostprijs, klanttevredenheid, aandeelhouderswaarde, marktaandeel enzovoort. Van de joodse ‘wijsheidsleraar’ Prediker kunnen ze leren dat alle pogingen om ‘het goede’ onder controle te krijgen of te bezitten gedoemd zijn te mislukken. ‘Maar toen nam ik alles wat ik ondernomen had nog eens in ogenschouw, alles wat mijn moeizaam gezwoeg me opgeleverd had, en ik zag in dat het allemaal maar lucht en najagen van wind was.’ (Prediker 2:11) Het goede of de uiteindelijke zin van het leven overkomen je. Je kunt je hoogstens oefenen in de kunst van het ontvangen.
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media
Als je je in een gevaarlijke situatie bevindt moet je nooit iets verwachten. Wat als er dit gebeurt? Wat als er dat gebeurt? Er is nog niets begonnen en je bent je al helemaal aan het voorbereiden – voor niets! Je moet een rustige geest hebben. Verwachtin
Andrew Lum in Diary of the Way. Three Paths to Enlightenment (red. Ira Lerner, 1976)
Tai-chimeester Andrew Lum wordt geciteerd in het boek waarin Robert Pater deze en vele andere inzichten uit de martial arts samenbrengt om managers te ondersteunen bij de strijd op de markt (Leading from within, 1999). Om angst te overwinnen moet je je oefenen in het beheersen van je eigen houding tot de dingen. Door deze zelfbeheersing kun je de basis leggen voor een ‘moedige geest’. Nu is moed volgens veel filosofen een van de belangrijkste deugden, maar de moderne westerse mens heeft die in hele andere situaties nodig dan in de oudheid. Voor de oude meesters van de filosofie en die van de vechtkunst was de eerste en belangrijkste stap bij het ontwikkelen van de deugd van de moed het overwinnen van de angst voor de dood. Volgens Pater gaat het bij deze deugd tegenwoordig om de moed om te falen, de moed om ‘onzichtbaar’ te zijn (en niet de hele tijd bezig te zijn met je imago of erkenning), de moed om ‘het weg te geven’ (te delegeren) en de moed om te scheppen (en niet bang te zijn om buiten te worden gesloten of om belachelijk gevonden te worden).
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media
Alles wat groot en sterk is, is ooit klein en teer begonnen.
Judith Zadoks & Tini van de Wetering in Natuur werkt! Inspiratie en werkvormen voor de ontwikkeling van mensen en organisaties (2008)
In boeken die gericht zijn op werkende mensen en managers tref je tegenwoordig vele filosofische concepten en wijsheid aan. Het grote verschil met academische filosofen is dat gewone mensen geen tijd hebben om hun leven lang na te denken, voordat ze besluiten hoe het leven in elkaar zit. Heidegger mocht er heel lang over doen om uiteindelijk te pleiten voor ‘gelatenheid’; een manager moet dat zo snel mogelijk implementeren. Sartre kon eindeloos in cafés zitten schrijven om aan te tonen dat we veroordeeld zijn tot de vrijheid, en ons leven als een project moeten zien. Een personeelsadviseur heeft nú proactieve projectmanagers nodig. In het prachtig vormgegeven en ideeënrijke boek van Zadoks en Van de Wetering wordt de natuur aan het woord gelaten. Volgens de auteurs draagt het vertoeven in de natuur niet alleen bij aan ons welzijn en persoonlijke ontwikkeling, maar kan zij ons ook veel leren over organisaties en leidinggeven: ‘Hoe zou het zijn als we alle kleine, tere beginnetjes bewust waarderen en beschermen?’
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media
Regels zijn de dood voor de ethiek.
Hans Ludo van Mierlo in een interview in Intermediair (23-10-2008), naar aanleiding van het uitkomen van zijn boek Gepast en ongepast geld. Een zoektocht naar het geweten van banken (2008)
De voormalige adviseur externe communicatie van ING en de Rabobank Hans Ludo van Mierlo (geb. 1946) stelt vast dat veel banken van oorsprong instellingen waren die bepaalde groepen (boeren bij de Rabobank, mkb’ers bij de NMB) toegang gaven tot kredieten om hun bedrijven te kunnen ontwikkelen. De klant was toen het doel, en geld was het middel. Tegenwoordig is dat precies omgekeerd: geld is het doel geworden en mensen zijn daartoe een middel. In feite overtreden de banken daarmee de categorische imperatief van Immanuel Kant, de leidraad voor het moreel bewustzijn. Een van de manieren waarop Kant die categorische imperatief uitdrukt is dat je alleen zo moet handelen dat mensen ook doel op zich zijn, en niet alleen een middel (Grundlegung zur Metaphysik der Sitten, BA 67, 1786).Van Mierlo meent dat het geen oplossing is om steeds meer regels te maken waaraan banken of bedrijven moeten voldoen. Daardoor ontstaat volgens hem juist een sfeer waarin alles wat niet verboden is, toegestaan is. Hij meent dat maatschappelijke instanties als de Autoriteit Financiële Markten of De Nederlandsche Bank ‘moreel leiderschap’ moeten tonen en de burgers hardop moeten waarschuwen voor het afsluiten van aandelenleaseplannen of tophypotheken.
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media
Het tweede gebod: Als je goed doet, zal men je van bijbedoelingen beschuldigen. Toch moet je goed doen.
Kent M. Keith in De paradoxale geboden. Zingeving vinden in een dolgedraaide wereld (2002)
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media
Wijsheid is het kind van integriteit.
Stephen R. Covey in The 8th habit. From effectiveness to greatness (2004)
Het onwaarschijnlijk succesvolle boek The 7 habits of highly effective people (1989) van leiderschapsgoeroe Stephen Covey werd ongelukkig vertaald met De zeven eigenschappen van effectief leiderschap (1993), maar werd ook in Nederland een bestseller. In 2004 kwam Covey met een opvolger, die door de verkeerde start wel vertaald moest worden als De 8ste eigenschap. Het wezenlijke aan de aanpak van Covey is niet dat hij met makkelijke, online in te vullen testjes nagaat of u wel de ‘eigenschappen’ hebt om ‘effectief’ te worden. Het gaat er juist om de principes te ontdekken die ons handelen en samenleven bepalen, om er vervolgens een gewoonte (‘habit’) van te maken om daar naar te leven.
Pas wanneer wij de informatie en kennis die wij hebben, inzetten voor doelen en principes die dat waard zijn, is er sprake van wijsheid. Daarvoor is integriteit nodig: het vasthouden aan de juiste principes. Maar daar is de ‘afstamming’ nog niet mee ten einde. Want integriteit is zelf weer het kind van moed en nederigheid. Eigenlijk, zegt Covey, is nederigheid de moeder van alle deugden, want dat houdt de erkenning in van het feit dat er wetten en principes zijn die het universum beheersen. En niet wijzelf.
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media