Bedrijfsleven
Een dialoog begint met stilte, en kijken naar wat de mensen in je omgeving al delen zonder iets te zeggen.
Sira Abenoza in ‘Why Socratic Dialogue should become our business card’, TEDxESADE (https://youtu.be/8t987Lxt1t4)
De eerste tergend trage seconden van haar ‘Ted Talk’ is Sira Abenoza stil en kijkt ze om zich heen. Dan stelt ze haar publiek gerust: ze heeft geen black-out. Ze wil haar publiek laten ervaren waar een werkelijke dialoog uit voortkomt: uit de stilte. Als oprichtster van het Instituut voor Socratische Dialoog en hoogleraar maatschappelijk verantwoord ondernemen, bedrijfsethiek en socratische dialoog aan ESADE Business and Law School in Barcelona weet Abenoza waar ze het over heeft.
Haar belangstelling voor het verbeteren van de dialoog tussen mensen ontstond toen zij twee studies deed. ’s Ochtends volgde ze college aan een Business School tussen studenten die alleen maar geïnteresseerd waren in zo snel mogelijk rijk worden. ’s Middags zat ze tussen de filosofiestudenten die eindeloze gesprekken voerden over het verbeteren van de wereld. En ze besefte dat de managers-in-opleiding later de macht zouden hebben om de wereld te veranderen en de filosofen in spe juist niet, terwijl die wel goede ideeën hadden over welke richting het op zou moeten. Die moesten dus met elkaar in gesprek komen. Maar weten wij eigenlijk wel wat een echte dialoog is? In politiek of media zien we alleen ‘gladiatoren’ die een strijd willen winnen en niet werkelijk willen luisteren, leren en groeien door uitwisseling met een ander. Daarom leert zij haar studenten, maar bijvoorbeeld ook gevangenen, hoe dat laatste moet.
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media
Waarom. Vraag dat altijd drie keer achter elkaar, dan zijn veel dingen in het leven opeens niet meer zo vanzelfsprekend als ze lijken.
Af en toe een filosoof een bedrijf binnenlaten is geen overbodige luxe.
Alain de Botton in ‘The case for putting philosophers into company boardrooms’ in Financial Times, 1 januari 2014
Je zou kunnen stellen dat meten een activiteit is die erin bestaat dat je een ‘geheim schendt’.
Jan Hoogland & Maarten Verkerk in Prediker voor managers. Levenswijsheid voor bestuurders en professionals (2010)
De hoogleraren christelijke filosofie Hoogland en Verkerk maken zich zorgen dat de ‘unieke, onvergelijkbare en uiteindelijk onbenoembare kwaliteit van een ding, proces of verschijnsel wordt uitgedrukt in termen van iets heel anders’. Bestuurders en managers zijn nog wel eens geneigd te vergeten dat hun rol in een organisatie een indirecte is: zij moeten het mogelijk maken dat de processen in een organisatie zo op elkaar worden afgestemd dat de mensen op de werkvloer kunnen zorgen voor goede producten, effectieve diensten, inspirerend onderwijs, liefdevolle zorg enzovoort. Om te laten zien dat zij hun werk goed doen, verliezen veel leidinggevenden zich vervolgens in het meetbaar maken van die kwaliteit in termen van efficiëntie, kostprijs, klanttevredenheid, aandeelhouderswaarde, marktaandeel enzovoort. Van de joodse ‘wijsheidsleraar’ Prediker kunnen ze leren dat alle pogingen om ‘het goede’ onder controle te krijgen of te bezitten gedoemd zijn te mislukken. ‘Maar toen nam ik alles wat ik ondernomen had nog eens in ogenschouw, alles wat mijn moeizaam gezwoeg me opgeleverd had, en ik zag in dat het allemaal maar lucht en najagen van wind was.’ (Prediker 2:11) Het goede of de uiteindelijke zin van het leven overkomen je. Je kunt je hoogstens oefenen in de kunst van het ontvangen.
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media
We gaan het natuurlijk niet over liefde hebben.
Johan Schaberg in NRC Handelsblad, 10 oktober 2009
Ondernemer en investeerder Johan Schaberg (1940) schrijft een column in het economiekatern van NRC Handelsblad en daarom klopt de uitspraak: in een zakelijke omgeving geldt liefde als een emotie die je op zijn best reserveert voor thuis (waar je vanzelfsprekend zelden bent). Maar een bezoek aan Wagners Rheingold brengt Schaberg aan het twijfelen. Wotan steelt ‘de ring van de nevelingen’, die de drager almachtig maakt, van Alberich. Deze heeft voor het verkrijgen van het ‘Rijngoud’ waarvan de ring gemaakt is, de liefde moeten opgeven. Volgens Schaberg kan het best eens zijn dat niet (alleen) hebzucht aan de basis lag van de grote financiële crisis van 2008-2009, maar ook liefdeloosheid. Want liefde is niet altijd een ‘emotie’ geweest; het was ooit een belangrijke deugd, naast moed, rechtvaardigheid, wijsheid, gematigdheid, geloof en hoop. Als je dit leest, hoor je als het ware de lach door de boardrooms bulderen. Maar misschien moeten we het in een zakelijke omgeving juist wel over liefde hebben, vindt Schaberg. Want tegen de hebzucht van een ander ben je machteloos, maar de liefde als deugd kun je beoefenen. Geen bankier of topbestuurder heeft zijn lot verbonden aan dat van zijn bedrijf. Maar vraag vandaag ‘eens aan baas, collega of medewerker: “Vertel eens, hou jij eigenlijk van dit bedrijf, en waar is dat aan te merken?” Of vraag het eerst aan uzelf.’
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media
Stel dat Socrates, de aartsvader van de westerse filosofie, nu geleefd had, in onze tijd. Wat zou hij dan gedaan hebben?
Jos Kessels, Socrates op de markt – Filosofie in bedrijf (1997)
Voor een identiteit heb je moraliteit nodig.
Henk van Luijk in Integer en verantwoord in beroep en bedrijf (2000)
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media