Verdriet

De tijd brengt de geest van zijn plannen af.

Antiphon

Hoewel de geleerden het niet eens zijn of Antiphon de sofist en Antiphon van Rhamnus een en dezelfde persoon zijn, wordt van een zekere Antiphon (5de eeuw v.Chr.) gezegd dat hij een schild op zijn huis liet aanbrengen waarop hij claimde dat hij ‘gekwelden’ met woorden kon genezen. Daarmee zou je hem de eerste psychotherapeut kunnen noemen.

Hij zag deze ‘kunst om verdriet te genezen’ (technè alupias) naar analogie van de methode waarmee artsen zieken behandelen. Dicht bij de agora in Corinthe hield hij praktijk om door verdriet getroffenen beter te maken door middel van spreken. Hij vroeg eerst naar de oorzaken van de kwelling en vervolgens ‘ontlastte en troostte’ hij zijn patiënten met zijn gave van het woord. Overigens achtte hij deze kunst uiteindelijk beneden zijn stand en hij besloot zich te richten op de studie van de retorica.
In het citaat verwijst hij naar het effect van bezinning op iemand met boze plannen. ‘In de aarzeling ligt de mogelijkheid dat het ook niet gebeurt.’

Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media

Net zoals het gebruikelijk is om te zeggen: nulla dies sine linea [geen dag zonder een regel], kan ik van deze reis zeggen: nulla dies sine lacryma [geen dag zonder tranen].

Søren Kierkegaard in Dagboeken III A 77, geen datum, 1840

In 1840 maakt Søren Kierkegaard (1813-1855) een soort pelgrimsreis naar Jutland, de geboortestreek van zijn vader. Hij noteert in zijn dagboek wat het voor hem betekent om in de omgeving te zijn waar zijn vader als arme jongen schapen hoedde, de plekken te zien waarnaar hij heimwee had, alleen op basis van zijn vaders beschrijvingen. Hij moet denken hoe het zou zijn als hij hier ziek wordt en uiteindelijk begraven.
Hij noteert anekdotes uit de omgeving en merkt het verschil op tussen de Jutlandse koeien en die uit Kopenhagen (de eerste kunnen bijvoorbeeld zelf hun weg naar huis vinden). Maar hij schrijft ook wat zijn vader voor hem betekende: ‘Ik leerde van hem wat vaderliefde is, en daardoor kreeg ik een idee van de goddelijke vaderliefde, het enige onwankelbare in het leven, het ware Archimedische punt’ (III A 73).

Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media