Zuiverheid van hart is: één ding te willen.

Søren Kierkegaard in Onverdeeld één ding te willen (1847, 2010)

In zijn ‘opbouwende toespraak’ Onverdeeld één ding te willen onderzoekt de Deense filosoof Søren Aabye Kierkegaard (1813–1855) wat het betekent om één ding te willen. Om te beginnen legt hij uit dat het voor een mens alleen mogelijk is om één ding te willen als hij het goede wil. Ga maar na welk ander ding het zou kunnen zijn wat je onverdeeld zou kunnen of willen willen. Vervolgens stelt Kierkegaard dat je ‘om werkelijk en waarachtig één ding te willen’ waarachtig het goede moet willen. En daartoe moet je eerst voor jezelf besluiten om van alle ‘verdeeldheid’ af te zien. Want als je het goede wilt om wat je dat misschien oplevert, of uit vrees voor straf, of als je het goede alleen maar tot op zekere hoogte wilt, dan ben je ‘verdeeld’. Ten slotte stelt Kierkegaarde nog vast dat je om waarachtig het goede te willen daar alles voor moet doen of voor moet willen lijden. Maar ‘in het drukke leven, in handel en wandel, van de ochtend tot de avond, luistert het niet zo nauw of iemand helemaal het goede wil. Als hij maar volop in de weer is …

Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media

Thema's:
Denkers: