1.1.1 Niets is op zichzelf reduceerbaar of niet-reduceerbaar tot iets anders.

Bruno Latour in ‘Tractatus Scientifico-Politicus’ in The Pasteurization of France (1988)

Latour noemt dit zelf ‘het principe van irreduceerbaarheid’, maar het is een principe dat niet ‘heerst’ want dat zou in tegenspraak zijn met zichzelf. Latour beschrijft in een intermezzo in zijn traktaat de manier waarop dit principe als een soort mystieke ingeving tot hem kwam. De verandering van blik vergelijkt hij met die tussen de perspectieven van Robinson Crusoë en Vrijdag uit het verhaal van Daniel Defoe. Crusoë meent dat hij de oorsprong van alle orde kent: de Bijbel, de tijd bijhouden, discipline, landkaarten en boekhouding. Maar Vrijdag ‘weet nog niet zo zeker wat sterk is en wat geordend’. Voor Crusoë is alles reduceerbaar tot de kennis in zijn bewustzijn, en hij ‘huilt van eenzaamheid’, maar Vrijdag weet zich omringd door rivalen, bondgenoten, verraders, vrienden, waarvan er maar één een mens is. En hij ziet die hele jungle van ordeningen voortdurend veranderen. Alle reducties, alle ‘herleidingen’ kunnen worden aangebracht, het hele eiland kan uiteindelijk worden platgeasfalteerd en bebouwd met hotels, maar het kost allemaal geld, tijd en moeite om die ordeningen in stand te houden. En met minder van die middelen kan het ook weer worden opengebroken en teruggegeven aan de niet-menselijke krachten.

Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media

Thema's:
Denkers: