Berdjajev

Utopieën lijken beter realiseerbaar dan men vroeger dacht. En wij staan dus voor een vraag die bepaald beangstigend is: hoe te ontkomen aan hun definitieve verwerkelijking?

Nikolaj Berdjajev in Het goddelijke en het menselijke (1947)

Aldous Huxley ontleende dit motto van zijn beroemde antiutopie Brave New World aan de Russische cultuur- en godsdienstfilosoof Nikolaj Aleksand

rovitsj Berdjajev (1874-1948). Berdjajev was van adellijke afkomst, maar hing wel het marxisme aan, al moest hij niets hebben van het materialisme van die politieke stroming. Niettemin zat hij onder de tsaren meermalen gevangen en werd hij 1898 voor twee jaar naar Siberië verbannen. Hoewel hij enthousiast is als de Russische revolutie slaagt en hoogleraar filosofie in Moskou wordt, leidt zijn kritische benadering van het communisme al snel tot verbanning. In dat licht moeten we ook zijn angst voor ‘de gerealiseerde utopie’ zien.

Zijn filosofie, die hij eerst gestalte gaf in een Academie voor Geestescultuur en later in een Academie voor Filosofie en Religie, is in feite een soort Russische variant van het existentialisme, waarin de vrije menselijke persoon centraal staat. Na de Tweede Wereldoorlog ziet Berdjajev een tijdperk komen ‘waarin de intellectuelen en de ontwikkelde klasse zullen dromen over middelen om de utopieën te vermijden en terug te keren naar een niet-utopische samenleving, die minder “volmaakt” is maar wel vrijer’.

Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media

De mens heeft eerder psychosynthese nodig dan psychoanalyse.

Nikolaj Berdjajev in Dialectique existentielle du divin et de l’humain (1947)

De Russische cultuur- en godsdienstfilosoof Nikolaj Berdjajev (1874-1948) werd als marxist verschillende keren gevangengezet en voor twee jaar naar Siberië verbannen. Na de eeuwwisseling zwoer hij het marxisme af, maar bleef sociaal bewogen. Zijn filosofie is als existentialistisch te karakteriseren, met nadruk op de waarde van de persoon en verzet tegen de objectivering van de mens door hem te reduceren tot zijn lichamelijke bepaaldheid. Een dergelijk determinisme is ook de psychoanalyse van Freud niet vreemd, vandaar Berdjajevs oproep tot psychosynthese. Overigens gebruikte Freud deze term zelf ook, en wel als doelstelling van de psychoanalytische therapie: de grote eenheid van het ego moet alle instinctieve impulsen in zich opnemen die daar eerder van afgesplitst waren en hun onbewuste schade aanrichtten. Voor zover bekend was de grondlegger van de psychologische school van de psychosynthese, Roberto Assagioli, niet bekend met het werk van Berdjajev.

Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media