Determinisme
Niets maakt slaperiger dan de leer dat er geen toeval is.
K.H. Miskotte in Het gewone leven – in den spiegel van het boek Ruth (1939, p. 147)
De theoloog Miskotte doelt met de leer dat er geen toeval is, op de doctrine dat God van tevoren alles al bepaald heeft, ook of wij ‘gered’ worden of niet. Je kunt ook denken aan het ‘determinisme’ dat veel wetenschappers aanhangen: alles wordt bepaald door de natuurwetten en is in principe verklaarbaar. Er kan dan dus geen ‘toeval’ in de ware zin van het woord zijn. Dat betekent volgens Miskotte dat je beter in je bed kunt blijven liggen met de dekens over je hoofd, wachten tot het voorbij is. Geloof je niettemin wél in toeval, als iets wat je ‘toe-valt’, dan is het zaak voortdurend ‘bereid te zijn’ om het te ervaren.
Tevens verschenen op de Levenskunst Kalender © Veen Media
Het is verbazingwekkend hoe veel de patiënt weet en hoe betrekkelijk weinig onbewust is, als je de patiënt niet dit gemakkelijke excuus geeft om de verantwoordelijkheid te weigeren.
Otto Rank in Will therapy (1929-1931)
De toen nog gymnasiast Otto Rank (1884-1939) was de eerste betaalde kracht van de psychoanalytische beweging en was twintig jaar lang Sigmund Freuds rechterhand. Hij studeerde filosofie, maar werd psychoanalyticus en was een van de zogenaamde ‘ringdragers’, die de psychoanalyse moesten beschermen tegen de boze buitenwereld. Uiteindelijk kon hij zich echter niet vinden in het psychische determinisme van Freud, die meende dat de mens het betrekkelijk willoze resultaat van onbewuste krachten was.
Volgens Rank en andere critici kon je echter niet zonder een homunculus (klein mensje) dat in ons de lakens uitdeelt. Die instantie noemde hij ‘de wil’: ‘een positieve, richtinggevende organisatie die creatief gebruikmaakt van de instinctieve driften en die remt en beheerst.’
Dit had grote consequenties voor zijn psychotherapeutische praktijk. Hij was er namelijk van overtuigd dat het blootleggen van invloeden op de patiënt uit het verleden en het onbewuste, maakte dat die het nemen van verantwoordelijkheid kon vermijden. Daarmee werd zijn handelingsvermogen juist kleiner, in plaats van groter.
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media
In feite zijn er maar twee soorten mensen die beweren dat hun wil niet vrij is: schizofrene patiënten die lijden aan de waan dat hun wil wordt gemanipuleerd en dat hun gedachten worden beheerst door anderen, en daarnaast deterministische filosofen.
Viktor Frankl in Psychotherapy and existentialism – Selected papers on logotherapy (1967)
De mens heeft eerder psychosynthese nodig dan psychoanalyse.
Nikolaj Berdjajev in Dialectique existentielle du divin et de l’humain (1947)
De Russische cultuur- en godsdienstfilosoof Nikolaj Berdjajev (1874-1948) werd als marxist verschillende keren gevangengezet en voor twee jaar naar Siberië verbannen. Na de eeuwwisseling zwoer hij het marxisme af, maar bleef sociaal bewogen. Zijn filosofie is als existentialistisch te karakteriseren, met nadruk op de waarde van de persoon en verzet tegen de objectivering van de mens door hem te reduceren tot zijn lichamelijke bepaaldheid. Een dergelijk determinisme is ook de psychoanalyse van Freud niet vreemd, vandaar Berdjajevs oproep tot psychosynthese. Overigens gebruikte Freud deze term zelf ook, en wel als doelstelling van de psychoanalytische therapie: de grote eenheid van het ego moet alle instinctieve impulsen in zich opnemen die daar eerder van afgesplitst waren en hun onbewuste schade aanrichtten. Voor zover bekend was de grondlegger van de psychologische school van de psychosynthese, Roberto Assagioli, niet bekend met het werk van Berdjajev.
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media
[We zijn] altijd bereid (…) te vluchten in het geloof in het determinisme als die vrijheid ons zwaar valt of als we een excuus nodig hebben.
Jean-Paul Sartre in Het zijn en het niet (1943/2003, p. 104)
Uit een onderzoek van de psychologen Vohs en Schooler blijkt dat je door mensen ervan (te proberen) te overtuigen dat de vrije wil niet bestaat, omdat al hun gedrag gedetermineerd is, zorgt dat ze zich sneller schuldig zullen maken aan bedrog. Het motto van het artikel is, hoe kan het ook anders, een citaat uit L’Être et le Néant (1943) van Jean-Paul Sartre (1905–1980). Want Sartre veroordeelde ons tot de vrijheid, door te laten zien dat elke keer dat wij een excuus buiten onszelf zoeken voor ons handelen, wij te kwader trouw zijn. Dat geldt ook voor een beroep op het ‘brein’ dat slechts voor neurowetenschappers toegankelijk is en niet voor onszelf.
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media
Krijgt een appelboom gewoon appels, of is de appelboom de creator, de schepper van appels?
Marinus Knoope in De creatiespiraal – natuurlijke weg van wens naar werkelijkheid (1998)
Selfmade managementgoeroe Marinus Knoope (1947) had een moeder die weinig consequent was in haar opvoeding, waardoor de kleine Marinus zich al jong gaat afvragen wanneer iets zijn eigen schuld of verantwoordelijkheid is en wanneer niet. Later realiseerde hij zich dat hij eigenlijk worstelde met het probleem van determinisme of vrije wil: ben je als mens voorbestemd tot het ondergaan van een bepaald lot of ben je vrij om je wensen te realiseren? Voor een tuinder lijkt het bij appelbomen duidelijk: die krijgen gewoon appels, punt uit. Maar, zegt Knoope, stel dat jij een appelboom bent, hoe kijk je er dan tegen aan: ‘Je hebt net een strenge winter overleefd en een lente achter de rug met een paar keer flinke nachtvorst. De zomer was zo nu en dan erg droog, maar aan het begin van de herfst heb je toch een paar schitterende appels hangen. Dan ben je toch trots op die prestatie. Je hebt er heel wat voor moeten doorstaan en voor moeten doen.’
Knoope denkt dat de vraag of je uiteindelijk vrij bent om van je leven te maken wat je wilt, misschien de verkeerde is: ‘Misschien ben je wel voorbestemd juist omdat je hier bent om je eigen wensen te realiseren.’ En hij waarschuwt: pas op met wat je wenst, het zou zomaar uit kunnen komen.
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media