Cato

Koop niet wat je kunt gebruiken, maar wat je niet kunt missen,

Cato, geciteerd door Seneca in Brieven aan Lucilius

In zijn uiteenzetting over leefregels stelt Seneca dat ‘onze geest … in zich de kiemen [draagt] van alles wat in zichzelf goed is’ en dat die door een ‘aansporing’ tot leven komen. Het doet denken aan de platoonse of socratische gedachte dat de filosoof is als een vroedvrouw die de ideeën bij iedereen naar boven kan brengen. Seneca noemt het citaat van Cato als voorbeeld van een leefregel die geen verdere bewijsvoering nodig heeft. Zo’n regel krijgt zijn gewicht doordat die door de bondige formulering ‘de dichtheid van een spreuk’ heeft gekregen. Dergelijke uitspraken raken ons gevoel rechtstreeks en danken hun uitwerking aan een ‘natuurlijke kracht’. Daar komt nog bij dat volgens Seneca bepaalde inzichten ‘op de bodem van de ziel’ liggen te wachten op een formulering die hen bruikbaar maakt. Misschien geldt dat ook voor het vervolg van het citaat van Cato: ‘Wat je niet nodig hebt, is nog te duur als het een stuiver kost.’

Tevens verschenen op de Levenskunst Kalender © Veen Media