Dawkins

We zijn ongeneeslijk religieus.

Gerko Tempelman in Ongeneeslijk religieus (2018)

Dat wij ongeneeslijk religieus zijn is de hoofdstelling van Tempelmans boek met als ondertitel Hoe God verdween uit onze wereld mijn leven en waarom steeds meer filosofen zeggen dat-ie terug is. Hij meent dat ‘een fantoom-God’ voor veel mensen realiteit is en dat de ‘restanten’ van God er nog zijn. Het ironische is dat je juist bij de grootste God-ontkenners nog een aan het religieuze grenzend fanatisme terugziet. Tempelman verwijst naar Richard Dawkins, die ‘echt! niet!’ in God gelooft. Hij gelooft zelfs zo sterk níét in God dat hij er een boek aan wijdt. ‘Zo houdt hij de herinnering aan God levend …’

Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media

Er waart een spook door de westerse wereld – het spook van de religie.

Peter Sloterdijk in Je moet je leven veranderen (2009)

Met deze zin begint het magistrale boek van de Duitse cultuurfilosoof en romanschrijver Peter Sloterdijk (1947). Het is een directe verwijzing naar de openingszin van Het communistisch manifest van Karl Marx en Friedrich Engels uit 1848. Overigens zagen die natuurlijk een ander spook rondwaren: het communisme. Maar anders dan het communisme, dat nieuw was, is het huidige spook van de religie er een dat steeds weer opnieuw opduikt. En de teruggekeerde religie wordt door ‘machthebbers van het oude Europa’ feestelijk verwelkomd met een ‘pompeus’ feest waar uiteenlopende gasten bijeenkomen, van de paus tot islamitische geleerden, Amerikaanse presidenten en Kremlinkrijgsheren, en zelfs Duitse sociologen (een sneer naar Habermas). Het enige wat het feest verstoort, is het ‘zomeroffensief van de goddelozen van 2007’, ‘waaraan we twee van de oppervlakkigste pamfletten van de recente geestesgeschiedenis te danken hebben, namelijk van Christopher Hitchens en van Richard Dawkins’.
Zelf pleit Sloterdijk niet voor een terugkeer van de oude religie maar voor een ‘antropotechnische wending’. Met een eigenzinnig beroep op filosofen als Nietzsche, Wittgenstein en Foucault stelt Sloterdijk dat de mens allereerst een wezen is dat geen genoegen neemt met het leven zoals het gegeven is. Mensen zijn voortdurend bezig om hun leven te veranderen, en dat ‘moet’ ook, maar ze kunnen dat niet alleen. Ze hebben elkaar en ‘antropotechnieken’ nodig: rituelen, technieken, oefening, training enzovoort.

Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media