Habermas

Toen de zonde werd omgezet in aansprakelijkheid en het schenden van goddelijke geboden een overtreding van menselijke wetten werd, ging er iets verloren.

Jürgen Habermas in Die Zukunft der menschlichen Natur (2001)

Sinds het eind van de vorige eeuw houdt de Duitse filosoof en socioloog Jürgen Habermas (1929) zich weer bezig met religieuze thema’s. Hij is ervan overtuigd dat het gelijkheidsdenken, de ideeën van vrijheid en solidariteit, van een zelfstandige levensregie en emancipatie, van het individuele geweten, de mensenrechten en de democratie ‘een rechtstreekse erfenis zijn van de joodse gerechtheids- en de christelijke naastenliefde-ethiek’ zijn. Hoewel het in de loop van de geschiedenis nodig is gebleven om die uitgangspunten kritisch te onderzoeken en opnieuw te interpreteren, bestaat er volgens Habermas tot op heden geen alternatief. ‘Al het andere is postmodern gezwets.’ Ook zijn eigen denken ’teert op’ die christelijke erfenis. Wat hem betreft ontbreekt in het ‘postmetafysische denken’ van moderne, seculiere samenlevingen ‘elk algemeen bindend begrip van het goede en voorbeeldige leven’.

Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media

Er waart een spook door de westerse wereld – het spook van de religie.

Peter Sloterdijk in Je moet je leven veranderen (2009)

Met deze zin begint het magistrale boek van de Duitse cultuurfilosoof en romanschrijver Peter Sloterdijk (1947). Het is een directe verwijzing naar de openingszin van Het communistisch manifest van Karl Marx en Friedrich Engels uit 1848. Overigens zagen die natuurlijk een ander spook rondwaren: het communisme. Maar anders dan het communisme, dat nieuw was, is het huidige spook van de religie er een dat steeds weer opnieuw opduikt. En de teruggekeerde religie wordt door ‘machthebbers van het oude Europa’ feestelijk verwelkomd met een ‘pompeus’ feest waar uiteenlopende gasten bijeenkomen, van de paus tot islamitische geleerden, Amerikaanse presidenten en Kremlinkrijgsheren, en zelfs Duitse sociologen (een sneer naar Habermas). Het enige wat het feest verstoort, is het ‘zomeroffensief van de goddelozen van 2007’, ‘waaraan we twee van de oppervlakkigste pamfletten van de recente geestesgeschiedenis te danken hebben, namelijk van Christopher Hitchens en van Richard Dawkins’.
Zelf pleit Sloterdijk niet voor een terugkeer van de oude religie maar voor een ‘antropotechnische wending’. Met een eigenzinnig beroep op filosofen als Nietzsche, Wittgenstein en Foucault stelt Sloterdijk dat de mens allereerst een wezen is dat geen genoegen neemt met het leven zoals het gegeven is. Mensen zijn voortdurend bezig om hun leven te veranderen, en dat ‘moet’ ook, maar ze kunnen dat niet alleen. Ze hebben elkaar en ‘antropotechnieken’ nodig: rituelen, technieken, oefening, training enzovoort.

Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media

Voor de weinigen die nog in de archieven rondkijken, dringt zich het idee op dat ons leven het warrige antwoord is op vragen waarvan we vergeten zijn waar ze gesteld werden.

Peter Sloterdijk in Regels voor het mensenpark (1999)

Dit zijn de laatste woorden van een geruchtmakende rede van de Duitse filosoof Peter Sloterdijk (1947). Er was een ‘affaire’ geboren toen een aantal, volgens Sloterdijk door Habermas gesouffleerde, journalisten en denkers hem verweten een soort pleidooi voor eugenetica te hebben gevoerd. In doorgaans serieuze media werd gesteld dat Sloterdijk had gepleit voor een doelbewuste genetische selectie en manipulatie van mensen, onder leiding van een filosofische elite. Het merkwaardige is dat Sloterdijk nu juist uitgaat van het feit dat de ‘antropotechnieken’ al overal worden toegepast – en dat het dus voor filosofen zaak is om daar over na te denken. En – zoals het een filosoof betaamd – stelt hij dat onze oude denkcategorieën niet meer voldoen, en introduceert hij een paar nieuwe. Zo denkt hij dat de tijd van de humanisten – en hun boeken als ‘dikke brieven aan vrienden’ – voorbij is en dat de tijd van de archivarissen is aangebroken. Uit zijn lezing blijkt dat Sloterdijk zelf Plato nog wel op zijn nachtkastje heeft liggen.

Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media