Hoornik

Hebben is niets. Is oorlog. Is niet leven.

Ed. Hoornik in ‘Op school stonden ze op het bord geschreven’ (1952)

Het latere werk van de dichter Eduard (Ed) Jozef Antonie Marie Hoornik (1910–1970) is sterk getekend door zijn ervaringen tijdens de Tweede Wereldoorlog als gevangene in Vught en Dachau. Al voor de oorlog was Hoornik fel gekant tegen het nazisme, waarover hij onder meer het waarschuwende gedicht ‘Pogrom’ (1939) schreef, met de beroemde slotregel: ‘het is maar tien uur sporen naar Berlijn.’

In het gedicht ‘Op school stonden ze op het bord geschreven’ zet Hoornik een bekende tegenstelling uit de filosofie uiteen: ‘het werkwoord hebben en het werkwoord zijn; / hiermee was tijd, was eeuwigheid gegeven, / de ene werkelijkheid, de andre schijn.’ Behalve leegte, strijd en dood is ‘hebben’ ‘hard’, ‘lichaam’, ‘naar de aarde hongeren en dorsten’. Daar tegenover staat het zijn:
Zijn is de ziel, is luisteren, is wijken,
is kind worden en naar de sterren kijken,
en daarheen langzaam worden opgelicht.

Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media