Veening

Moral distress treedt op wanneer men weet wat juist is om te doen, maar institutionele beperkingen het haast onmogelijk maken om de juiste wijze van handelen na te streven

Andrew Jameton (1984). Nursing practice: the ethical issues. Englewood Cliffs, NJ: Prentice Hall (p. 6)

Er is niet echt een goede vertaling beschikbaar van de term ‘moral distress’ en daarom wordt die vaak onvertaald gelaten. In feite gaat het om ‘lijdensdruk’ van morele aard. Het is iets waar vooral mensen in de zorg last van kunnen hebben en wat hen ook ‘echt’ ziek kan maken. Het treedt bijvoorbeeld op wanneer je weet dat je betere zorg zou moeten geven of meer tijd aan iemand zou moeten besteden, maar daar door het beleid van de organisatie of de overheid geen mogelijkheden toe ziet. In hun Handleiding moreel beraad: praktische gids voor zorgprofessionals (2012, p. 14) suggereren Menno de Bree en Eite Veening dat een moreel beraad dit morele leed wellicht kan verminderen. Door op systematische wijze met elkaar in gesprek te gaan over morele praktijkkwesties en die te analyseren, te doordenken en te bespreken kun je proberen tot een voor de praktijk werkbare oplossing te komen.

Tevens verschenen op de Levenskunst Kalender © Veen Media

Het doel van het filosofisch consult is het realiseren van een voor de klant optimaal eigen denkproces over de eigen vragen, tijdens en na het consult.

Eite P. Veening in Het filosofisch consult (2014)

Eite Veening (1947) is een van de grondleggers van de filosofische consultatie in Nederland. In 1998 promoveerde hij op de drie-wereldentheorie van Karl Popper, en deze theorie vormt een van de filosofische fundamenten voor zijn opvattingen over het filosofisch consult. Volgens Popper leven mensen in drie verschillende werelden. Wereld-1 is die van de fysieke, materiële dingen, wereld-2 die van onze ervaringen, belevingen, gevoelens en gedachten. In wereld-3 bevinden zich alle dingen waar filosofen in geïnteresseerd zijn: ideeën, opvattingen, denkbeelden en theorieën, en hun ‘ingrediënten’: concepten, begrippen en abstracties. Veening noemt die leefwerelden ‘ongemengd’, maar wel ‘verbonden’ in een ‘ecologisch systeem’. Een van de redenen waarom mensen bij een filosoof te rade gaan, is omdat er iets niet ‘klopt’ in hun ecologie.
Artsen verlenen zorg aan patiënten in leefwereld-1, psychotherapeuten hulp aan cliënten in leefwereld-2, en in wereld-3 verlenen filosofen een dienst, te weten ‘het realiseren van een voor de klant optimaal eigen denkproces over de eigen vragen’.

Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media