Oorlog

Snelheid is de oorlog in pure toestand.

Paul Virilio, geciteerd door Peter Timmerman in Denkers van nu (2005)

De jonge Paul Virilio maakt in de Tweede Oorlog kennis met de verschrikkingen van de oorlog als Nantes, waar zijn ouders vanuit Parijs naartoe zijn gevlucht, onder geallieerd vuur komt te liggen. Om die ervaringen te verwerken begint hij te schrijven. Na de oorlog leert hij glas-in-loodramen maken en gaat hij schilderen, wat hem in kunstkringen doet verkeren. Later volgt hij colleges filosofie bij fenomenoloog Maurice Merleau-Ponty.

Zelf ontwikkelt hij vervolgens een fenomenologie van de snelheid, die hij ‘dromoscopie’ noemt. Hij ziet de moderniteit als één groot snelheidsproject. Voor moderne mensen is vooruitgang hetzelfde als snelheid en versnelling. Op basis van die gedachte ‘herschrijft’ hij de geschiedenis. Voor hem staat snelheid voor geweld en verlies. In een trein verandert het landschap in filmische flarden. Maar hij meent vooral dat snelheid verband houdt met machtsuitoefening en oorlog. Ook in onze ‘vreedzame’ tijd is de macht in handen van degenen die het snelst over relevante informatie beschikt. Je kunt denken aan de ‘flitshandel’ met aandelen, waarbij fracties van centen worden verdiend met koersverschillen die alleen worden waargenomen door degenen met de snelste computerverbindingen.

Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media

De politiek staat tegenover de moraal zoals de filosofie tegenover de naïviteit.

Emmanuel Levinas in Totaliteit en oneindigheid (1961)

In zijn ‘Woord vooraf’ bij zijn zeer diepzinnige, en daarom nogal moeilijk te doorgronden hoofdwerk Totaliteit en oneindigheid, begint de Joods-Franse denker van Litouwse afkomst Emmanuel Levinas (1906-1995) met zich af te vragen of we ons wel iets moeten aantrekken van de moraal. Moeten wij, als wij open willen staan voor de waarheid, niet voortdurend rekening houden met de mogelijkheid dat het oorlog wordt? En in tijden van oorlog wordt de moraal ‘opgeschort’. Dan gelden onze geboden van naastenliefde of respect niet meer. In feite maakt de oorlog onze moraal ‘belachelijk’. Vraag het de strijders overal ter wereld maar. De ‘ware uitoefening van de rede’ is dan ook niet het vinden van een fundament voor die mooie woorden, maar ‘de kunst de oorlog te voorzien en met alle middelen te winnen’. En dat laatste is Levinas’ definitie van de politiek. De filosofie leidt ons weg van de ‘naïviteit’ van de ervaring van het gelaat van onze lijdende medemensen, zoals de politiek de moraal ondergraaft.

Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media