Begeerte

Bij alles wat gij doet, lees en raadpleeg de wijzen.

Horatius in Epistulae I (20–14 v.Chr.)

Waar u deze citaten met toelichting leest, bepaalt u natuurlijk helemaal zelf. Het schijnt dat sommige mensen deze Kalender zelfs op het toilet hebben hangen. De Romeinse dichter Quintus Horatius Flaccus (65–8 v.Chr.) maakt het niet uit: want bij alles wat je doet, moet je de wijzen lezen en raadplegen, en wel om van hen te horen ‘hoe gij uw leven op aangename wijze kunt slijten; / dat gij niet gekweld wordt door de eeuwig onverzadelijke begeerte, / noch door vrees, noch door hoop op dingen van weinig nut’.

Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media

De meeste genoegens strelen en omhelzen ons om ons te wurgen.

Michel de Montaigne in Essays. Een proeve van zeven (1993)

Volgens de Franse denker en ‘uitvinder van het essay’ Michel de Montaigne (1533-1592) moeten wij een middenweg zien te bewandelen tussen onze ‘afschuw van het lijden en onze liefde voor het genot’. Wie zich de deugden van de zelfbeheersing en het vinden van de juiste maat wil eigen maken, moet echter om te beginnen leren inzien wat gevoelens en begeerten met je doen. Hoewel alle aardse genoegens natuurlijk buitengewoon prettig zijn, verleiden ze je ook om het pad te verlaten dat leidt naar een bewust en waardevol leven. Je kunt er ook vergif op innemen dat jou vaak ‘een genoegen wordt gedaan’ omdat anderen invloed op je willen hebben. Daarom is het zaak onderscheid te maken tussen de ‘natuurlijke genoegens’ en de genoegens die uiteindelijk je dood versnellen. Het kan namelijk maar zo zijn dat je dan nog niet hebt geleerd te sterven, wat volgens Montaigne het doel van alle filosoferen is.

Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media

(Maar) de begeerte is, zoals bekend, zeer sofistisch.

Søren Kierkegaard in Of/of – Een levensfragment uitgegeven door Victor Eremita (1843, 2000, p.11)

Uitgever Victor Eremita (een van de personages van Kierkegaard, 1813-1855) loopt bij een uitdrager aan tegen een oude secretaire waar een vreemde aantrekkingskracht van uitgaat. Hoewel hij helemaal geen secretaire nodig heeft, bedenkt hij een reden om hem toch te kopen. Voor Socrates en Plato waren de sofisten verwerpelijke non-filosofen: retorici die mensen leerden om willekeurig welk standpunt te verdedigen in plaats van de waarheid te zoeken. Mediatrainers zouden we tegenwoordig zeggen, of pr- of marketingmedewerkers. En de sofistische begeerte weet dus precies dat wij pas tot handelen overgaan als wij daar argumenten voor hebben. Overigens treft Victor Eremita later een kloek manuscript aan in de secretaire (namelijk de rest van Of/of). Geen verkeerde vondst voor een uitgever.

Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media

Wie niet weet wat liefde is, zal door analyse nooit iets anders dan begeerte in liefde vinden.

C.S. Lewis, Met reden geloven. C.S. Lewis over denken en geloof (1983; oorspronkelijk in Transposition and other adresses, 1949)

Stel dat God tot ons zou spreken, zouden wij hem dan kunnen verstaan? Hij is gedwongen om gebruik te maken van onze psychische mogelijkheden en ervaringen en moet dus zijn Waarheid uitdrukken in een taal die voor die rijkdom slechts in beperkte mate geschikt is. Het is alsof een symfonie moet worden herschreven tot een stuk voor één piano. C.S. Lewis illustreert het verschil tussen een louter lichamelijke wereld en een wereld die ook geest bevat aan de hand van de tekenkunst. Iemand die in twee dimensies leeft, kunnen we er wel van proberen te overtuigen dat een afgebeeld landschap eigenlijk driedimensionaal is, maar op grond van zijn eigen ervaringen zal hij toch denken dat wij die derde dimensie zelf ‘projecteren’. Want als wij hem wijzen op het perspectief dat duidelijk moet maken dat het om meer gaat dan een plat vlak, zal dat hem maar moeilijk overtuigen. ‘Het tweedimensionale wezen zal nooit iets anders dan vlakke vormen in een tekening ontdekken. De fysiologie zal alleen reacties in grijze cellen waarnemen, nooit gedachten.’

Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media