Volwassenheid

Volwassenen noemen hun spel ‘zaken doen’.

Aurelius Augustinus in Belijdenissen (vert. 2009)

De filosoof en latere kerkvader Augustinus (354–430) schreef met zijn belijdenissen voor zover bekend de eerste ‘autobiografie’. Hij begint die openhartige reflectie op zijn bestaan bij zijn geboorte. Wanneer hij naar school wordt ‘gestuurd’ om te leren en schrijven, bekent hij dat hij daar het nut niet van inzag, ‘helaas’. In die tijd begint hij ook met bidden, in eerste instantie met het verzoek aan God dat hij geen klappen meer zou krijgen. ‘U verhoorde mij niet, en niet tot mijn nadeel.’ Die klappen kreeg hij omdat hij niet erg zijn best deed. Overigens stelt hij vast dat zijn Heer hem voldoende geheugen en verstand had gegeven voor zijn leeftijd. Hij was nu eenmaal gek op spelen, ‘en daar kreeg ik dan straf voor van mensen die ook zoiets deden’. Het probleem was dat die volwassenen hun spel ‘zaken doen’ noemden, en niet zagen dat dat ‘nog veel ergere spelletjes’ waren. En zijn meester die hem sloeg, werd ook driftig en jaloers als hij bij een ‘futiele aangelegenheid’ niet kon winnen van een collega.

Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media

De rijpe volwassenheid brengt een volledig, een fundamenteel, een eeuwig en onoverkomelijk isolement met zich mee.

Helmuth Kaiser in Effective Psychotherapy (1965)

De in Duitsland geboren Hellmuth Kaiser (1893–1961) studeerde wiskunde en filosofie in München, maar werd later als niet-arts opgeleid tot psychoanalyticus. Tijdens zijn leven verschenen slechts enkele artikelen van zijn hand en na zijn dood stelde zijn voormalige patiënt en latere leerling Louis Fierman hieruit, en uit zijn nalatenschap, Effective Psychotherapy samen.
Centraal in Kaisers psychotherapeutische aanpak staat het concept verantwoordelijkheid. Alles is erop gericht de patiënt de verantwoordelijkheid voor zijn eigen leven (weer) op zich te laten nemen. Daarbij hoort het, in het citaat uitgedrukte, besef dat eenzaamheid een fundamenteel gegeven is. Kaiser spreekt van de ‘aangeboren achilleshiel’ van de mens: we verlangen naar vrijheid en autonomie, maar deinzen terug voor de onvermijdelijke consequentie: isolement.
Om te voorkomen dat de patiënt de verantwoordelijkheid (voor zijn lijden en zijn genezing) bij de therapeut legde, voerde Kaiser enkele radicale maatregelen door. De therapie moest volledig ongestructureerd zijn en de therapeut volledig niet-directief. Dat betekende dat de patiënt volledig verantwoordelijk werd voor zowel de inhoud als de procedure van de therapie. Kaiser geloofde dat alles wat het verantwoordelijkheidsgevoel van de patiënt voor zijn eigen woorden vergrootte, bijdroeg aan diens genezing.

Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media

Mens zijn is weigeren de gegeven werkelijkheid als vaststaand te beschouwen.

Susan Neiman in een interview met Filosofie Magazine (december 2014)

Met grote aarzelingen wijst ze op haar zielsverwantschap met Hannah Arendt en noemt ze zichzelf desgevraagd de belangrijkste hedendaagse denker over het kwaad. De Amerikaanse filosofe Susan Neiman (1955) won in 2014 de prestigieuze Spinozalens voor ethiek en samenleving voor haar boeken Het kwaad denken en Morele helderheid. In dat laatste werk grijpt ze terug op het onderscheid van Immanuel Kant ‘tussen de wereld zoals die is en de wereld zoals die zou moeten zijn’. In het eerste geval vraag je naar de waarheid, in het tweede geval naar de moraal. Het is dit onderscheid dat ethiek mogelijk maakt.
In een recenter boek – Waarom zou je volwassen worden – bespreekt ze het onvermogen van moderne mensen om ‘evenveel gewicht toe te kennen aan de werkelijkheid als aan het ideaal’. Met name in intellectuele kringen is het bon ton om elk idealisme af te doen als ‘naïef wensdenken’. Net als de ‘kinderlijke dogmatiek’ van vroeger – toen men de kerk of de partij voor zich liet denken – is het een weigering om volwassen te worden.

Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media

Volwassenheid van geest is het kunnen verdragen van onzekerheid.

?

Op zaterdag 30 mei 2009 schreef Rob Wijnberg een column in NRC Weekblad met als moraal het aforisme hierboven. Een mooie uitspraak, die daarmee vergeven was voor deze plek, maar wellicht later nog eens van pas zou komen, bijvoorbeeld als motto voor een kritisch boek over de risicomaatschappij. Je moet dan als blogger nog wel even een rechtstreekse bron vinden. Met de Nederlandse versie worden geen treffers gevonden op internet.
Wijnberg schreef het toe aan de Chinese wijsgeer Confucius (551-479 v.Chr.). Dus wordt het zoeken voortgezet in het Engels. Op enkele sites die gewijd zijn aan quotes (meestal zonder bronvermelding), krijg je dan inderdaad: ‘Maturity of mind is capacity to endure uncertainty’, met daarbij de naam van Confucius. Dat lijkt echter een beetje te veel op Engels met een Chinees accent. Als je vervolgens zoekt op ‘Maturity of mind is the capacity to endure uncertainty’, krijg je plotseling veel meer treffers, maar wordt het citaat toegeschreven aan ene John (H.) Finley. Wikipedia kent er maar één: een Amerikaanse universitair bestuurder (1863-1940). Diens zoon, een classicus van Harvard, is ook een kandidaat. Maar voorlopig moeten we zien te leven met het feit dat we niet goed weten wie hij is, en of hij wel de auteur is van de pakkende uitspraak over wat het is om volwassen van geest te zijn.

Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media