Idealen

Het grootste gevaar voor de filosofie is bekrompenheid wat betreft de keuze voor bewijzen.

A.N. Whitehead in Process and Reality (1927–1928)

Met dit citaat begint de Brits-Amerikaanse natuurkundige, wiskundige en filosoof Alfred North Whitehead (1861–1947) het hoofdstuk waarin hij pleit voor onpartijdig onderzoek naar de ‘ultieme idealen’ van de mensheid. In alle historische periodes zijn voorbeelden te vinden van de realisatie van dergelijke hogere doelen, zowel bij de latere ‘winnaars’ als bij de ‘verliezers’. In alle gevallen zijn er elementen aan te wijzen die onze bewondering verdienen. Er ligt grootheid in de levens van de bouwers van religieuze stelsels, maar ook in dat van de rebellen die dergelijke systemen vernietigen.

Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media

Mens zijn is weigeren de gegeven werkelijkheid als vaststaand te beschouwen.

Susan Neiman in een interview met Filosofie Magazine (december 2014)

Met grote aarzelingen wijst ze op haar zielsverwantschap met Hannah Arendt en noemt ze zichzelf desgevraagd de belangrijkste hedendaagse denker over het kwaad. De Amerikaanse filosofe Susan Neiman (1955) won in 2014 de prestigieuze Spinozalens voor ethiek en samenleving voor haar boeken Het kwaad denken en Morele helderheid. In dat laatste werk grijpt ze terug op het onderscheid van Immanuel Kant ‘tussen de wereld zoals die is en de wereld zoals die zou moeten zijn’. In het eerste geval vraag je naar de waarheid, in het tweede geval naar de moraal. Het is dit onderscheid dat ethiek mogelijk maakt.
In een recenter boek – Waarom zou je volwassen worden – bespreekt ze het onvermogen van moderne mensen om ‘evenveel gewicht toe te kennen aan de werkelijkheid als aan het ideaal’. Met name in intellectuele kringen is het bon ton om elk idealisme af te doen als ‘naïef wensdenken’. Net als de ‘kinderlijke dogmatiek’ van vroeger – toen men de kerk of de partij voor zich liet denken – is het een weigering om volwassen te worden.

Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media

Op het eind van onze beschaving kwam niet de socratische dialoog, op het eind stond de beulsknecht.

Arnon Grunberg in ‘Het ontslapen woord’ (Bill Minco-lezing, 4 mei 2015)

In de ingekorte versie van zijn lezing in NRC Handelsblad citeert Arnon Grunberg de Joods-Oostenrijkse schrijver Jean Améry (1912–1978), die geboren werd als Hans Mayer. Zijn Schuld en boete voorbij wordt gezien als een van de belangrijkste boeken over de uitroeiingskampen van de nazi’s. Overigens werd hij oorspronkelijk niet door de Duitsers opgepakt omdat hij Joods was, maar vanwege het verspreiden van antinazistische propaganda. Hij werd gruwelijk gemarteld door de Gestapo, naar aanleiding waarvan hij schreef dat wie ooit gefolterd is, zich nooit meer thuis voelt in deze wereld. Toen men ontdekte dat hij Joods was, werd Améry naar Auschwitz gestuurd. Naar aanleiding daarvan verwijst Améry naar een uitspraak van Sartre dat het hem dertig jaar had gekost om zich te ontdoen van het traditionele filosofische idealisme. Volgens Améry ging dat in een concentratiekamp een stuk sneller.
Grunberg stelt in zijn lezing de vraag of wij in het kader van de herdenking van de doden en de bevrijding nog iets van een ideaal kunnen formuleren waarin de humanistische waarden van voor de slachtpartijen doorklinken. ‘Misschien kunnen we dat vinden in het besef dat spreken over wanhoop ook een vorm van hoop is.’

Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media

Idealen zijn essentieel voor het overleven.

John Herschel Glenn jr.

Ludwig Binswanger heeft ooit verteld dat Sigmund Freud zelf toegaf dat hij zich altijd had beperkt tot de ‘begane grond en de kelder’ van het psychische bouwwerk. In Psychotherapy and existentialism stelt de Oostenrijkse neuroloog en psychiater Viktor Emil Frankl (1905–1997) dat er daarom naast de Freudiaanse ‘dieptepsychologie’ ook een ‘hoogtepsychologie’ nodig is, die moet gaan over het ‘hogere streven’ van de mens naar zin en betekenis.
Hij vindt een dergelijke ‘hoogtepsycholoog’ in de persoon van ruimtevaarder John Herschel Glenn jr. (geb. 1921). Glenn was de derde Amerikaan in de ruimte en de eerste die in een baan om de aarde vloog. Later zat hij 25 jaar als Democraat in de senaat voor de staat Ohio. Hij meende dat er een basis van overtuigingen en geloof nodig was, die sterk genoeg was om mensen boven zichzelf uit te laten stijgen en te leven en te sterven voor een hoger doel dan hun eigenbelang. Of sterker nog: zonder idealen zouden wij niet kunnen overleven.

Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media