We zouden ‘het denkt’ moeten zeggen, zoals we ook ‘het onweert’ zeggen.

Georg Christoph Lichtenberg in Sudelbücher

Als je probeert te bedenken waar je gedachten vandaan komen, kun je eigenlijk niet volhouden dat het jouw gedachten zijn. Dan zou je ze namelijk al moeten hebben voor je ze hebt. Georg Christoph Lichtenberg (1742–1799) stelt dat het daarom al te veel is om cogito (ergo sum) te zeggen, zoals Descartes deed om daarmee een onbetwijfelbare grond te vinden. Overigens gaat het in het gedachte-experiment van Descartes in eerste instantie niet om denken, maar om twijfelen. De ervaring van het twijfelen leerde hem dat je aan alles kunt twijfelen (de hele zintuiglijke werkelijkheid), behalve aan het feit dat je twijfelt. En twijfelen is een vorm van denken, dus … Maar als je cogito vertaalt met ‘ich denke’, introduceer je een ‘ik’ die niet de bron van de gedachten kan zijn. ‘Het aannemen, het postuleren van het ik is een praktische behoefte.’ We kunnen immers ook niet beweren dat mijn gedachten eigenlijk de jouwe zijn.

Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media