Interpretatie

Het woord ‘psycholoog’ behoort een scheldnaam te zijn op het gebied van de kunst.

Harry Mulisch in Op weg naar de mythe (1954) in Twee opgravingen (1994)

De Nederlandse auteur Harry Mulisch (1927–2010) is bij het grote publiek vooral bekend van wereldwijde bestsellers als De aanslag en De ontdekking van de hemel. Maar minstens zo interessant is zijn beschouwende werk. In de lezing ‘Op weg naar de mythe’ waarschuwt hij zichzelf voor het feit dat hij geen pure kunstenaar is, want die laat zijn schepping los en gaat weer verder, terwijl Mulisch zijn eigen voortbrengselen ook nog wil begrijpen. En dat laatste bedreigt het scheppingsproces ‘als water het vuur’. Een schrijver die zijn eigen werk probeert te begrijpen, loopt het gevaar dat hij vervolgens volgens één van alle mogelijke interpretaties van zijn werk gaat schrijven. Dan wordt zijn werk vanaf dan niet meer dan een allegorie, een metaforische voorstelling van een abstract idee. Aan de andere kant moet Mulisch ook niks hebben van de psycholoog als buitenstaander, die denkt dat je het werk moet begrijpen vanuit het leven van de schrijver. Het is precies andersom: ‘… het echte kunstwerk maakt gebruik van de persoonlijke problematiek van de kunstenaar, teneinde het algemene uit te drukken.’

Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media

Als we een verslag willen van ongeïnterpreteerde ervaring, moeten we een steen vragen zijn autobiografie te schrijven.

Alfred North Whitehead in Process and Reality (1927-1928, 1978, p. 15)

In zijn boek Process and Reality verdedigt de Britse wiskundige en filosoof Alfred North Whitehead (1861-1947) zich tegen de kritiek op de zogenaamde ‘speculatieve filosofie’, die hij bedrijft. Vanaf Francis Bacon wordt speculatieve filosofie, of metafysica, beschouwd als volstrekt nutteloos. We moeten feiten in detail beschrijven en wetten aan het licht brengen die niet algemener zijn dan een strikte systematisering van die details. Maar volgens Whitehead zijn er helaas geen ruwe, onafhankelijke feiten die los van hun interpretatie binnen een systeem begrepen kunnen worden. Alleen een steen ‘ervaart’ zonder interpretatie. Filosofie moet zich daarom niet bezighouden met het verzinnen van interpretaties, maar wel met kritiek op en rechtvaardiging van de interpretaties die we nu eenmaal gedwongen zijn te gebruiken bij het ervaren van de werkelijkheid.

Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media

Ik weet niet wat het geval is. Ik weet noch wie ik ben, noch wat ik wil, maar anderen zeggen dat ze dat voor mij weten, anderen die mij definiëren, mij verbinden, mij tot spreken brengen, interpreteren wat ik zeg, en mij in dienst nemen. Of ik nu een stor

Bruno Latour in The pasteurization of France (1988)

Als je na lang nadenken tot de conclusie komt dat je door alle meningen en interpretaties niet meer kunt zeggen wat werkelijk het geval is, kun je twee dingen doen. Je kunt concluderen dat al die interpretaties onzin zijn en dat we ‘de dingen op zichzelf’ toch nooit kunnen kennen, maar je kunt ook vaststellen dat in ieder geval al die interpretaties heel werkelijk zijn. Tegen de eerste aanpak pleit bijvoorbeeld dat iedereen en alles toch doorgaat met leven en werken vanuit die eigen interpretatie en er alles aan zal doen om die eigen interpretatie meer werkelijk te maken dan die van een ander. En daarvoor worden niet alleen filosofische traktaten gebruikt, maar letterlijk alles wat voorhanden is: deeltjesversnellers, destilleerkolven, laboratoriumkweekjes, beroepscodes, enquêtes, planbureaus, reclame, kortom allemaal dingen die heel veel geld kosten. Probeer dan maar eens onder die interpretaties uit te komen met alleen maar wat filosofische scepsis. Voor je het weet word je subatomair gespleten, tot je essentie gezuiverd, empirisch besmet, therapeutisch behandeld, ‘niet van toepassing’ verklaard, lid gemaakt van een bevolkingsgroep of in je onderbuik geraakt. Je moet zelf niet onbemiddeld zijn om daar weer onderuit te komen, of genoeg machtige bondgenoten vinden: ‘Geïnterpreteerden aller landen, verenigt u!’

Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media