Luisteren

Een gesprek voeren vergt dat je kunt luisteren … niet alleen naar anderen, maar ook naar jezelf.

Jos Kessels in Het poëtisch argument – Socratische gesprekken over het goede leven (2006)

De grondlegger van de praktijk van het socratisch gesprek in Nederland, Jos Kessels (1948), is op zoek naar het punt in een dialoog waar ‘nieuw denken’ ontstaat. Daartoe moet je niet alleen naar je gespreksgenoten luisteren, maar ook naar je eigen gedachten en gevoelens die worden opgewekt door het gesprek. Want dat is nog geen ‘denken’: ‘gedachten zijn letterlijk oud denken, dingen die we ooit gedacht hebben.’ Het zijn een soort geheugenreflexen. Door ze uit te spreken kun je ze ‘afleggen’ en de vrije ruimte creëren waarin zich nieuwe inzichten kunnen aandienen.

Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media

Een fijn gesprek kan eenzaamheid tegengaan, de dag inhoud geven en mooie ontmoetingen tot stand brengen.

Marja Havermans en Aagje van der Vossen in Spreken is zilver, vragen is goud. In dialoog met ouderen (2014)

In het voorwoord bij hun fraai vormgegeven boek Spreken is zilver, vragen is goud (2014) merken praktisch filosofe Marja Havermans en stervensbegeleidster Aagje van der Vossen op dat het kenmerkend is voor een dialoog dat de gespreksdeelnemers gezamenlijk tot resultaten en inzichten komen ze die ieder voor zichzelf niet zouden bereiken. Zij presenteren een aantal vormen waarin dit kan plaatsvinden, onder andere het socratisch gesprek. Bij al deze vormen blijven de voorwaarden van de dialoog van kracht:

  1. luister goed naar elkaar;
  2. schort je eigen oordeel op;
  3. stel vooral vragen;
  4. toon belangstelling voor de ander en probeer iets van hem/haar te leren;
  5. spreek je twijfels uit als je die hebt;
  6. formuleer zo kort, zo helder en zo concreet mogelijk;
  7. wees eerlijk;
  8. neem de tijd.

Tevens verschenen op de Levenskunst Kalender © Veen Media

Ten aanzien van Kierkegaard moest het kritische element ontbreken. Hoe meer men in zijn werk doordringt, des te sterker beseft men, dat geboeid en eerbiedig luisteren (voorlopig?) het enige mogelijke is.

F. van Raalten in Schaamte en existentie (1965)

Het is niet bepaald gebruikelijk om een proefschrift met een dergelijke bekentenis te beginnen. Zelfs als je onder de indruk bent van het werk van een denker en dat nader onderzoekt, of er veel inspiratie aan ontleent, behoort het tot de wetenschappelijke mores om een auteur kritisch te benaderen. Toch is Van Raalten (1927-1986) gepromoveerd en was hij later als docent filosofie, bijna letterlijk tot zijn dood, verbonden aan de vakgroep Psychologie van de Rijksuniversiteit Groningen. Dat juist Kierkegaard dit soort terughoudendheid losmaakt, is overigens niet geheel onbegrijpelijk. De diepgang die hij bereikt in zijn denken, zeker ook over de schaamte, is groot, en zijn ideeën zijn zo verweven met zijn leven, dat als híj het over integriteit heeft, het iedere filosoof moet beschamen.

Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media

Het complement van luisteren is mopperen.

Wil Derkse in Een levensregel voor beginners. Benedictijnse spiritualiteit voor het dagelijks leven (2003)

Juist omdat voor Benedictus, de grondlegger van de benedictijner kloosterorde, het luisteren zo belangrijk is, heeft hij ook veel aandacht voor wat goed luisteren kan verstóren. Hij besteedt in zijn ‘reglement’ maar liefst twaalf keer aandacht aan de murmuratio, die hij beschouwt als een grote zonde, omdat het een bedreiging vormt voor de gemeenschap. Wil Derkse vertaalt deze en andere wijsheden naar onze tijd en stelt dat het mopperen in organisaties werkt als een ‘langzaam en onderhuids werkend sociaal gif’. Mopperen maakt je blind voor wat belangrijk is en kost ontzettend veel ‘negatieve’ energie. Je kunt ‘inwendig’ mopperen, en dan komt er weinig van oog en oor hebben voor de (noden van een) ander. ‘Uitwendig mopperen’, dat we in deze ruwe tijd beter kennen als ‘kankeren’, is helemaal ondermijnend voor het bereiken van enig hoger doel in bedrijf of instelling.
Wie niet schrikt van Derkse’s ‘tegengif’ voor het mopperen, namelijk ‘blijmoedigheid’, en meer van dergelijke bijna vergeten woorden van een nieuwe ‘lading betekenis’ (Ezra Pound) wil laten voorzien, moet zijn levensregel ter hand nemen. Het biedt ook een zeer originele oplossing voor het hoofdthema van alle managers en hun ondergeschikten: timemanagement. Het is een kwestie van het vinden van een balans tussen beginnen en ophouden …

Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media