Samenwerking

Zeg tot uzelf bij het aanbreken van de dag: Vandaag zal ik allerlei mensen ontmoeten …

Marcus Aurelius in Overpeinzingen

De stoïcijnse keizer-filosoof Marcus Aurelius raadt ons aan ons erop voor te bereiden dat we elke dag weer geconfronteerd zullen worden met ‘de bemoeial, de ondankbare, de onmatige, de bedrieger, de afgunstige en de eenzelvige’. Dan moeten we bedenken dat we ons door deze mensen niet moeten laten kwetsen of hen moeten haten, want zij zijn zo geworden omdat ze goed en kwaad niet konden onderscheiden. Zelf kan Marcus Aurelius dat inmiddels wel. Bovendien heeft hij ontdekt dat hij in de natuur verwant is met deze zondaren, ‘omdat wij deel hebben aan de geest en de goddelijke vonk’. Wij moeten daarom niet boos op hen worden, want wij bestaan om met elkaar samen te werken ‘zoals de voeten, de handen, de oogleden en de boven- en ondertanden’. Dat betekent dat het in strijd is met de natuur om elkaar tegen te werken en ons aan elkaar te ergeren of een afkeer van elkaar te hebben. Zou die overtuiging u vandaag kunnen helpen bij een vervelende collega of een lastige klant?

Tevens verschenen op de Levenskunstkalender © Veen Media

Ook een mens is, in zijn eentje, in zekere zin ‘een groep mensen verbonden door een idee’.

Jos Kessels in De jacht op een idee. Visie, strategie, filosofie (2009)

Om mensen ertoe te brengen samen iets te ondernemen moet je volgens organisatiefilosoof Jos Kessels (1948) een idee formuleren, een visie, doel of ambitie. Een idee maakt een organisatie levend en geeft haar energie. Daartoe moet een idee wel zowel helder zijn, om kracht te hebben, als rechtmatig of legitiem, want anders heeft het geen gezag.

Maar ook individuele mensen hebben ideeën nodig. Volgens Kessels ben je een verzameling persoonlijkheden bijeengehouden en geïntegreerd door ‘de idee van een ik, een vermoeden van wie je eigenlijk, in wezen bent’. Als dat besef van een identiteit op grond van een idee ontbreekt, ben je geen mens uit één stuk meer, maar een gefragmenteerd geheel. En dan wordt het erg lastig om tot een handeling te komen, want je mist dan ‘samenhang, betekenis en richting’. Net als een organisatie moet je dan misschien maar eens ‘de hei op’ voor een visieontwikkelingstraject, zodat je weer met je zelf verbonden raakt en de zin en het doel van je leven helder krijgt.

Tevens verschenen op de Levenskunst Kalender © Veen Media

Zelfzuchtige personen zijn op grond van hun eigen zelfzuchtigheid geneigd om aardig, vergevingsgezind en niet-afgunstig te zijn.

Robert Axelrod in The evolution of cooperation (1984)

Het zogenaamde prisoner’s dilemma is een van de bekendste problemen uit de speltheorie. In zijn oervorm gaat het om de situatie waarin twee verdachten van een gewapende overval gescheiden van elkaar een ‘deal’ krijgen aangeboden. Als beiden geen bekentenis afleggen, krijgen ze allebei een jaar gevangenisstraf voor verboden wapenbezit. Als de een bekent en de ander niet, krijgt de eerste vrijspraak en de ander tien jaar gevangenis. Als beiden bekennen, krijgen beiden vijf jaar straf. Als je systematisch nagaat wat hierbij de beste strategie is, blijkt dat ‘bekennen’ te zijn. In het beste geval krijg je vrijspraak, in het slechtste vijf jaar.
De Amerikaanse politicoloog Robert Axelrod (geb. 1943) deed onderzoek naar de beste strategie in een situatie waarin het prisoner’s dilemma meermalen achter elkaar wordt ‘gespeeld’, en waarbij de ‘tegenstanders’ achteraf van elkaar weten welke strategie is gebruikt. Uit zijn analyse van de best scorende strategieën blijkt dat je niet altijd uit moet zijn op samenwerking (als dat bekend raakt, wordt dat afgestraft), maar dat je niettemin steeds weer aardig, vergevingsgezind en niet-afgunstig aan een nieuwe ronde moet beginnen.

Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media