Volkomenheid
Liefde is kennis van het individu.
Iris Murdoch in De soevereiniteit van het goede (1970, 2021)
In het essay ‘Het idee van volmaaktheid’ zet romanschrijfster én filosofe Iris Murdoch zich af tegen het heersende denken dat de innerlijkheid van de mens ontkent. Daartoe werkt ze een interessant en subtiel voorbeeld uit van een vrouw die haar schoondochter stiekem maar een vulgaire meid vindt. En als deze schoonmoeder besluit om toch een keer goed naar het meisje te kijken en uiteindelijk haar oordeel bijstelt en zelfs van haar gaat houden, gebeurt dat allemaal ook alleen bij haar vanbinnen. Het is dit aandachtig leren kennen van de individuele persoon dat een belangrijke morele, zij het oneindige, taak is.
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media
Om weer een geheel te worden, moet je eerst de helft willen zijn.
Martha Nussbaum in De breekbaarheid van het goede (1986)
In haar subtiele en kritische interpretatie van het Symposium van Plato, de dialoog over de liefde, bespreekt de Amerikaanse filosofe Martha Nussbaum (1947) onder andere de theorie van komediedichter Aristofanes. Deze krijgt later het woord dan de bedoeling is, want hij krijg eerst hevig de hik.
Volgens Aristofanes waren wij ooit volmaakte, onafhankelijke wezens, ‘gelijk in elke richting’. Maar vanwege onze hybris hebben de goden ons in tweeën gesneden en ons hoofd omgedraaid, zodat we in de spiegel altijd het ‘grillige snijvlak’ zien. Onze enige hoop op heling is gelegen in hereniging met onze ‘wederhelft’ in de liefde, als het even kan in daadwerkelijke versmelting. We moeten die passende ander alleen nog even vinden. Als dat gebeurt, is dat een wonder.
Maar volgens Nussbaum veronderstelt dit nog een ander, groter wonder. Want veel denkende mensen, waaronder Socrates, hebben een hekel aan hun onhandige lichaam en ‘dat tekortschietende, onregelmatige uiterlijk’. Maar pas wie bereid is zichzelf als de helft te zien van iets volmaakts, kan weer een geheel worden.
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media
De moderne tijd was een reis naar de volmaaktheid. Om dezelfde redenen was de moderne tijd er ook een van vernietiging.
Daarmee is moraliteit een bron van worstelingen en problemen waar in onze huidige samenleving steeds minder tijd en ruimte voor is. Veel organisaties profiteren van de voortgaande ‘adiaforisering’: het vrijstellen van een groot aantal menselijke acties van een morele beoordeling en daarmee ook van morele betekenis. Je kunt hier bijvoorbeeld denken aan alle westerse kledingbedrijven die zich nooit druk maakten om de werkomstandigheden in de sweatshops in Bangladesh. De mensen die daar werkten waren verdwenen in de spreadsheets waarmee de bedrijfsstrategen voorrekenden dat ‘outsourcing’ rendabeler was. Ook onzichtbaar waren de textielarbeiders in Enschede of Manchester die hun baan verloren. Zij doken pas weer op in de werkloosheids- en arbeidsongeschiktheidscijfers waarvoor de samenleving een oplossing moest vinden.
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media
Mens-zijn betekent het bij zich dragen van een minderwaardigheidsgevoel en de voortdurende prikkel om dit te boven te komen.
Alfred Adler in Der Sinn des Lebens (1933)
De aarde is de wieg van de mens, maar de mens kan niet zijn hele leven in de wieg blijven wonen.
Konstantin Edoeardovitsj Tsiolkovski, in een brief, 1911
De Pools-Russische wiskundeleraar Konstantin Edoeardovitsj Tsiolkovski (1857–1935) wordt gezien als de vader van de ruimtevaarttechnologie. Hij was de eerste die niet alleen bedacht dat raketten op vloeibare brandstof konden vliegen, maar ook hoe dat ongeveer zou moeten. Behalve in de techniek van ruimtevaart was hij ook geïnteresseerd in de ethiek en de filosofie van het leven in de ruimte. Zo meende hij dat wij niet alleen het geluk van alle mensen op aarde, maar van alle wezens in de kosmos moeten nastreven. Zijn ‘kosmische filosofie’ gaat heel ver: geluk is de eeuwige afwezigheid van alle soorten lijden in het hele universum en van alle processen die het goede kunnen vernietigen. In 1926 kwam hij met een ‘Plan voor Verkenning van de Ruimte’, waarvan punt 14 luidt: het bereiken van individuele en sociale volmaaktheid.
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media