De Waal

Worden wij het meest gekenmerkt door haat of door liefde?

Frans de Waal in De aap in ons (2005)

Deze en andere vragen zouden bij je op kunnen komen als je ziet dat wij onze voorouders delen met twee qua gedrag zeer uiteenlopende mensapen: de chimpansee en de bonobo. De samenlevingen van de eersten worden gekenmerkt door agressie en hiërarchie, die van de tweede door wederzijdse lustbevrediging en samenwerking. Maar volgens de Nederlandse primatoloog Frans de Waal (1948) zijn het zinloze vragen, omdat wij mensen ‘bipolaire figuren’ zijn. Het is net zoiets als vragen waarmee je het best de oppervlakte van iets kunt bepalen, de lengte of de breedte.

Toch werden westerse biologen lange tijd geplaagd door een sterk vooroordeel: om een of andere reden vonden zij onze competitieve kant ‘authentieker’ dan de sociale kant. De Romeinen zeiden al: Homo homini lupus, de mens is de mens een wolf. En volgens De Waal is dit tot op heden het uitgangspunt voor wetgeving, economie en de politieke wetenschap. Maar dit gezegde geeft niet alleen een verkeerd beeld van ons mensen, het is ook een ‘belediging’ voor de wolf, ‘een van de meest sociale en loyale samenwerkers in het dierenrijk’. Niet voor niets domesticeerden onze voorouders dit dier gemakkelijk en graag tot huisdier.

Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media

Dierverzorgers hebben over het algemeen een hogere dunk van de geestelijke vermogens van mensapen dan de filosofen en psychologen die over het onderwerp schrijven.

Frans de Waal in De aap in ons (2005)

Dit tekende de Nederlandse primatoloog Frans de Waal (1948) op uit de mond van taalonderzoeker Charles Menzel tijdens een livedemonstratie van de communicatieve vermogens van chimpanseevrouwtje Panzee. Menzel had duidelijk zichtbaar voor Panzee lekkernijen verstopt in een bossig stuk in de buurt van haar kooi. Zij kon er niet bij en moest dus de verzorgers duidelijk maken waar het snoepgoed verstopt was (en dat ze het aan haar moesten geven), waarbij ze soms van de onderzoekers moest wachten tot de volgende dag. Deze verzorgers wisten niets van het experiment, maar Panzee wist hun al gauw duidelijk te maken waar ze moesten zijn en waarom. Met behulp van haar wenken, gesnuif en kreten kostte het de verzorgers geen moeite om het verborgen voedsel te vinden. Uit het experiment blijkt dat chimpansees wel degelijk een besef hebben van verleden en toekomst en uitstekend in staat zijn tot communicatief gedrag. Om echter in haar opzet te slagen, was het wel nodig dat Panzee te maken had met mensen die haar serieus namen. Gelukkig voor haar waren er geen filosofen of psychologen aanwezig die alleen maar uit waren op het bevestigen van hun hypothese dat dat geen enkele zin had bij zo’n beest.

Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media

Door in de verbeelding van plaats te wisselen met iemand die lijdt, kunnen we begrijpen of navoelen wat de ander voelt.

Adam Smith in The Theory of the Moral Sentiments (1759)

Heel lang is gedacht dat zoiets als empathie, het je kunnen inleven in een ander, is voorbehouden aan de mens. In De aap in ons (2005) gebruikt de Nederlandse primatoloog Frans de Waal (1948) de definitie van ‘sympathy’ van de econoom en moraalfilosoof Adam Smith (1723–1790) om aan te tonen dat dat vermogen ook bestaat bij onze naaste verwanten in het dierenrijk. Hij vertelt over de bonobo Kuni die zag hoe een spreeuw tegen het glas van haar omheining in de dierentuin vloog. Ze ging naar de vogel toe, raapte hem op en probeerde hem op zijn pootjes te zetten. Toen dat niet lukte, gooide ze hem voorzichtig in de lucht. Vervolgens nam ze de spreeuw mee een hoge boom in, vouwde zijn vleugels open en gooide hem in de richting van de omheining. De vogel landde echter op de oever van de gracht om het apenverblijf. Kuni hield vervolgens de wacht bij de spreeuw en beschermde hem tegen haar soortgenoten, totdat de vogel hersteld was en weg kon vliegen. Volgens De Waal is het bijzondere dat Kuni de vogel niet behandelde als een andere aap, want ze ‘paste haar hulp aan aan de specifieke situatie van een dier dat heel anders was dan zij’.

Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media

De mens is in werkelijkheid veel meer op samenwerking en delen gericht, dan waar hij erkenning voor krijgt.

Frans de Waal, www.ted.com, 10 april 2012

Natuurlijk zijn ook biologen waardevrije wetenschappers en is het louter toeval dat zij lange tijd het beeld van onze voorouders hebben gebaseerd op de agressieve, machtsbeluste chimpansees, in plaats van bijvoorbeeld op de hun-naaste-de-hele-dag-door-liefhebbende mensapen als de bonobo. Gelukkig is de vooraanstaande Nederlandse primatoloog Frans de Waal (1948) al enige jaren bezig om het beeld van de aap te veranderen, en daarmee ook een beetje het beeld van de mens in een darwinistische wereld. Het blijkt dat mensapen ook gedrag vertonen dat je moreel kunt noemen, dat ze zich verzoenen na een strijd, dat ze hun voedsel delen met vreemden, dat ze een besef hebben van eerlijkheid, medelijden, empathie enzovoort. Het is dus niet nodig al die deugden bij de mens weg te verklaren als mooie praatjes waarachter een donkere, animale aard verborgen wordt gehouden.

Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media