Haat

De vrije mens denkt aan niets minder dan aan de dood; zijn wijsheid bestaat niet in overdenking van de dood, maar van het leven.

Spinoza in Ethica (IV, stelling 67)

Volgens Spinoza draait het voor de enkeling en de staat maar om één ding: je bevrijden van de slavernij der emoties om tot inzicht in de vrijheid te komen. Als wij erin slagen om de slechte passies, zoals haat, zelfoverschatting én zelfonderschatting, lust, schuldgevoelens en zelfverwijt, van ons af te schudden, worden we zowel lichamelijk als geestelijk gezonder. Volgens Theun de Vries (Spinoza – Biografie, 1991) vallen deugd, levenswil en sociaal bewustzijn bij Spinoza samen in het begrip ‘vrijheid’. Niet als ‘vrije wil’ om te doen waar je zin in hebt, maar in ‘zelfherkenning’ in de noodzakelijkheid: ‘Datgene zal vrij heten, wat alleen uit noodzakelijkheid van zijn eigen natuur bestaat …’ Hoop en vrees spelen dan geen rol meer, ook niet de vrees voor de dood. En als je vervolgens probeert wijzer te worden door het leven te overdenken, kom je wat Spinoza betreft uit op het adagium: bene agere et laeteri (goed te doen en blij te zijn).

Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media

Worden wij het meest gekenmerkt door haat of door liefde?

Frans de Waal in De aap in ons (2005)

Deze en andere vragen zouden bij je op kunnen komen als je ziet dat wij onze voorouders delen met twee qua gedrag zeer uiteenlopende mensapen: de chimpansee en de bonobo. De samenlevingen van de eersten worden gekenmerkt door agressie en hiërarchie, die van de tweede door wederzijdse lustbevrediging en samenwerking. Maar volgens de Nederlandse primatoloog Frans de Waal (1948) zijn het zinloze vragen, omdat wij mensen ‘bipolaire figuren’ zijn. Het is net zoiets als vragen waarmee je het best de oppervlakte van iets kunt bepalen, de lengte of de breedte.

Toch werden westerse biologen lange tijd geplaagd door een sterk vooroordeel: om een of andere reden vonden zij onze competitieve kant ‘authentieker’ dan de sociale kant. De Romeinen zeiden al: Homo homini lupus, de mens is de mens een wolf. En volgens De Waal is dit tot op heden het uitgangspunt voor wetgeving, economie en de politieke wetenschap. Maar dit gezegde geeft niet alleen een verkeerd beeld van ons mensen, het is ook een ‘belediging’ voor de wolf, ‘een van de meest sociale en loyale samenwerkers in het dierenrijk’. Niet voor niets domesticeerden onze voorouders dit dier gemakkelijk en graag tot huisdier.

Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media

Nooit komt er een einde aan de voortdurende wisseling van de elementen, die nu eens door Liefde allemaal tot één samenkomen en dan weer, stuk voor stuk, door de vijandschap van Haat van elkaar wegvliegen.

Empedokles in De Elementen 24 (17)

Omstreeks 492 v.Chr. werd in Akragas (tegenwoordig Agrigento) op Sicilië de arts-filosoof Empedokles geboren. Hij speelde in zijn geboortestad ook een politieke rol en werd daarin zo populair dat hij het koningschap aangeboden kreeg, dat hij overigens weigerde.
Hij is vooral beroemd geworden omdat hij na Thales (water), Herakleitos (vuur), Anaximenes (lucht) en Xenofanes (aarde) meende dat de wereld is opgebouwd uit alle vier deze elementen. Door de Liefde (Filotes) worden deze elementen met elkaar verbonden en zo ontstaan alle dingen, maar ook levende wezens als ‘mengingen’ van de elementen. Zo bestaan de beenderen van mensen uit vier delen vuur, twee delen water en twee delen aarde. De Haat daarentegen brengt alle dingen weer tot hun elementen terug.
De Liefde heeft ook in de lichamen van mensen ‘een vaste woonplaats’. Daar zorgt ze dat mensen een ‘vriendelijke gezindheid’ hebben en ‘daden van verbondenheid’ verrichten. Maar sommige fragmenten suggereren dat Liefde in de elementen zit en het bijzondere aan de leer van Empedokles is dan ook dat volgens hem alle dingen door Liefde ontstaan.

Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media