Chaos

Wittgenstein: Vertel me nou niet … alsjeblieft, vertel me nou niet dat u uitgaat van een onafhankelijk bestaan van een wiskundige werkelijkheid? Bertrand Russell: Natuurlijk doe ik dat. Zo niet dan leven we in een totale chaos!

Apostolos Doxiadis en Christos H. Papadimitriou in Logicomix. Een epische zoektocht naar de waarheid (2008)

Stel je bij de geciteerde vraag een geagiteerde jongeman voor, staande, zijn mond vertrokken van afschuw, terwijl hij zich wel de haren met de vuisten uit zijn hoofd lijkt te willen trekken. En bij het rustige, zelfverzekerde antwoord een oudere man, zijn hoofd tussen de rookwolken uit zijn pijp, zich nauwelijks iets aantrekkend van de opwinding van de jongeman achter hem. Het is bijna niet te geloven, maar er bestaat een stripboek over de zoektocht naar de fundamenten van de wiskunde, en het werd nog een bestseller ook. Voor wie bereid is zich niet te laten afschrikken door de woorden ‘wiskunde’ en ‘logica’ heeft de zoektocht van Bertrand Russell aan het begin van de twintigste eeuw naar de onbetwistbare beginselen van de wiskunde alles van een tragedie. Net heeft hij na tien jaar zijn (met Whitehead geschreven) boek Principia mathematica (1910-1913) af of zijn briljante leerling Ludwig Wittgenstein zegt dat er niets van klopt. Later bewijst Kurt Gödel zelfs dat Russells zoektocht principieel onmogelijk is.

Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media

Ik kan dit vertrouwen in het rationele karakter van de werkelijkheid en in het feit dat diezelfde werkelijkheid tot op zekere hoogte voor de menselijke rede toegankelijk is, niet anders tot uitdrukking brengen dan door het woord ‘religieus’.

Albert Einstein, geciteerd in Walter Isaacson – Einstein: De biografie (2007)

Dit antwoordt de grote natuurkundige Albert Einstein (1879–1955) zijn vriend Maurice Solovine, een Roemeense filosoof en wiskundige. Deze laatste had gezegd dat hij het ‘vreemd’ vond dat Einstein de begrijpelijkheid van de wereld zag als een ‘eeuwig mysterie’. Einstein stelde dat het logischer zou zijn als er alleen maar chaos was, en dat het daarom zo bijzonder is dat er zo veel orde in het universum is. Hij verwijt positivisten (die menen dat je alleen zintuiglijke kennis kunt opdoen) en atheïsten dat ze geen oog hebben voor dit ‘wonder’.

De in het citaat genoemde overtuiging gaat ook in tegen de kwantummechanica die dan aan het opkomen is. Volgens deze theorie kunnen we het gedrag van subatomaire deeltjes, en dus van de bouwstenen van de werkelijkheid, alleen statistisch beschrijven en niet in fundamentele wetmatigheden. Tegen een andere vriend, Max Born, zegt Einstein daarover: ‘Zelfs het grote aanvankelijke succes van de kwantummechanica doet mij niet geloven in een fundamenteel dobbelspel, hoewel ik besef dat onze jongere collega’s dit interpreteren als een gevolg van seniliteit.’

Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media

Wijsheid is op tijd naar de wc gaan.

Freek de Jonge in De goeroe en de dissident (1988)

De goeroe en de dissident is een van Freek de Jonges meest geïnspireerde onemanshows. Bij ieder programma voel je de spanning die wordt uitgedrukt in de twee tegenstrijdige rollen die De Jonge als titel van deze show heeft gekozen. We kennen hem als goeroe in zijn poëtische, oosters-filosofische intermezzo’s, maar ook in zijn politieke activisme. In de genoemde show vertelt de goeroe het verhaal van de zeven poorten die ieder mens door moet gaan in zijn leven. De mens die vertrouwen heeft weet orde te brengen in de chaos. Met discipline overwin je de ‘verslavingen’ die overal op de loer liggen zodat je concentratie kunt opbrengen. Op basis daarvan ontwikkel je wijsheid. Pas dan kom je toe aan het ontdekken van je diepe verlangen, om ten slotte via de vergeving de onthechting te bereiken. Dwars door deze leerstellige opeenvolging heen beweegt zich de dissident, die andere Freek, die het niet kan laten om grappen te maken, soms briljant, soms bijna te flauw voor woorden. Als pendant van de diepe wijsheid over wijsheid zien (en horen) we Freek uitgebreid een plas doen achter een schotje op het toneel.

Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media