Verlangen
Een moedig man is niet alleen hij die de vijand overwint, maar hij die sterker is dan zijn verlangens.
Democritus
De Griekse presocratische filosoof, astronoom, wiskundige en reiziger Democritus (ca. 460–370 v. Chr.) formuleerde onder meer een atoomtheorie van het universum: ‘Er bestaat niets dan atomen en lege ruimte, al het andere is een kwestie van opvatting.’ Wat hij dacht weten we echter alleen via andere schrijvers en de enkele fragmenten van zijn werk die bewaard zijn gebleven. Zijn ironie en cynisme vielen niet in de smaak bij Plato, die naar verluidt vond dat Democritus’ boeken verbrand moesten worden.
Democritus stond bekend als ‘de lachende filosoof’. Sommige van de overgebleven fragmenten zijn inderdaad tamelijk luchtig. Zo zei hij bijvoorbeeld dat een man die een gelukkige hand had bij het kiezen van zijn schoonzoon, er een zoon bij kreeg, maar dat wie dat niet had ook zijn dochter verloor. Volgens Democritus moest een redelijk mens zijn verlangens weten te beheersen, hoewel hij erkende dat dat moeilijk was. Sommige mannen zijn heer en meester over steden, zei hij in het vervolg op het citaat, maar slaaf van vrouwen.
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media
Het stoïcijnse programma dat we tegemoetkomen aan onze behoeften door het elimineren van onze verlangens, is als het afhakken van onze voeten als we schoenen nodig hebben.
Al in de jaren 1696-1706 schreef Swift ook een reeks aforismen, die in 1711 werden gepubliceerd in Morphew Miscellanies (mengelwerk). De kritische uitspraak over het stoïcisme staat daarin min of meer op zichzelf. Deze filosofische stroming kwam rond 300 v.Chr. op in Griekenland, maar werd vooral populair in het Romeinse Rijk door de levensfilosofische geschriften van onder meer Seneca, Epictetus en Marcus Aurelius. Vanwege de hedendaagse opleving van de levenskunst wordt er ook tegenwoordig veel op teruggegrepen. Natuurlijk legt elke auteur andere accenten, maar in het algemeen zijn stoïcijnen erop uit het lijden te verlichten of gelukkig te worden door alle gevoelens zo veel mogelijk onder controle te krijgen en uit te schakelen. Dat gaat helaas soms ook ten koste van de gevoelens die ons dierbaar zijn.
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media
Als mensen overkomt waar zij naar streven is dat nog niet het betere.
Herakleitos over de natuur/De ziel, het gemoed, de verandering in ons (nl.wikibooks.org, maart 2012)
Lang zijn deze woorden van de presocratische Griek Herakleitos van Efeze (540-480 v.C.), de ‘duistere’ of de ‘wenende’ filosoof, voor velen vanzelfsprekend geweest, omdat de moraal niet een kwestie was van individuele voorkeur, maar een objectieve status had die gegarandeerd werd door God en Natuur. Voor veel mensen is het steeds minder goed te begrijpen hoe het zou kunnen dat het volgen van hun ‘passie’ niet de enige juiste weg zou zijn. Maar volgens Herakleitos is onze ziel, zoals alles in de wereld, een mengsel van (goddelijk) vuur en (onedel) water. Het is daarom zaak onze ziel ‘droog’ te houden. Wat ons onmiddellijke verlangen wil, kan ten koste gaan van onze ziel.
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media
De diepste en eigenlijke aandrift van de mens is opgaan in een hogere diersoort, de massa, en zich daarin zo volkomen te verliezen dat het is alsof er nooit een mens is geweest.
De in Bulgarije geboren, maar Duitstalige schrijver en Nobelprijswinnaar Elias Canetti (1905-1994) overleed uiteindelijk in Zwitserland als Brits staatsburger. Hoewel hij ook een bekende antropologische studie schreef over ‘massa en macht’ (1960) is het citaat uit de roman Die Blendung (in 1967 vertaald als Het martyrium). Hierin is Canetti niet zelf aan het woord maar ‘de goede psychiater’. De ‘foute psychiater’ meent dat waanzin een straf voor egoïsme is. Dat kun je volgens hem zien aan de krankzinnigeninrichtingen waar ‘het grootste gepeupel van het land’ verzameld is. Volgens de ‘goede psychiater’ echter heeft de mens onderwijs en opvoeding (Bildung) nodig als een ‘vestingsgordel’ van het individu tegen de ‘massa in zichzelf’. Hij meent dat iedere mens de grootste strijd in zijn leven voert om deze massa te doden. In de roman voert de hoofdpersoon, een kluizenaarachtige geleerde met een enorme bibliotheek, een gruwelijke strijd met zijn voormalige huishoudster die zijn vrouw is geworden. Het blijft de vraag welke psychiater gelijk krijgt als de hoofdpersoon uiteindelijk gek wordt.
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media
Wijsheid is op tijd naar de wc gaan.
Freek de Jonge in De goeroe en de dissident (1988)