Op 24 april 2017 overleed de Amerikaanse schrijver Robert Maynard Pirsig (geb. 1928). In alle krantenstukken naar aanleiding van zijn dood ging het vooral over de bestseller Zen en de kunst van het motoronderhoud (1974), het boek dat eerst door 122 uitgevers was geweigerd. Al die in memoriams lieten bovendien niet onvermeld dat de ‘opvolger’, Lila, veel minder succes had.
De opzet van het tweede boek is dezelfde als Zen: de schrijver houdt lange betogen tegen de lezer terwijl hij een reis maakt, waarbij alle gebeurtenissen tijdens die reis een commentaar zijn op de theoretische uitweidingen. In Lila werkt Pirsig de aanzetten uit Zen uit tot een ‘metafysica van de kwaliteit’. Voor Pirsig is kwaliteit of ‘waarde’ het kernbegrip om de natuur, onszelf en onze samenleving te begrijpen. En de kwaliteit of waarde waar het hem om gaat is geen ‘vage, wollige, cryptoreligieuze, metafysische abstractie’. Het is de ervaring zelf. Wie vloekend opspringt omdat hij per ongeluk op een gloeiend hete kachel is gaan zitten, weet één ding zeker: de waarde van die toestand was negatief. Die waarde is de primaire realiteit, waar je later zulke zaken als kachels, hitte, vloeken en je zelf intellectueel uit kunt construeren.
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media
Martin Heidegger in Wat is metafysica? (1929)
Robert M. Pirsig in Lila - an inquiry into morals (1991)
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media
Niels Bohr, geciteerd door John Gribbin in Op zoek naar Schrödingers kat. Quantumfysica en de werkelijkheid (1985)
A.N. Whitehead in Process and reality (1927-1928)
Henri Poincaré
In zijn voortgaande ‘empirisch-filosofische’ onderzoek naar de bronnen van veel van de schijnbaar onoplosbare problemen van de moderne filosofie, bespreekt de Franse denker Bruno Latour de invloed van de schilderkunst op de filosofie. Een filosoof als John Locke ervaart dat een schilderij hem doet geloven dat er iets driedimensionaals voor hem staat, terwijl het toch duidelijk een plat vlak is. Er moet dus wel een ‘echte’ stimulus zijn die onze geest bereikt (de eigenschappen van het schilderij als plat object) en een ‘subjectieve perceptie’ van de ‘onechte’ driedimensionale kenmerken van de afbeelding. Vanaf dat moment is deze metafoor uit de schilderkunst bepalend voor de manier waarop epistemologen (kennis- en wetenschapsfilosofen) denken over geest en werkelijkheid: er is een harde feitelijke stand van zaken, waar wij een al dan niet juiste kopie van kunnen maken in onze geest. Latour houdt de Nederlandse schilders en kooplieden uit de Gouden Eeuw verantwoordelijk voor dit misverstand. Volgens Latour heeft de verwarring van Descartes catastrofale gevolgen gehad voor de filosofie en heeft die zich nooit meer hersteld van dit door elkaar halen van ontologie en verbeeldingsstrategieën. Zelf pleit hij voor een onderzoek naar ‘matters of concern’ in plaats van ‘matters of fact’.
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media
In 417 pagina’s heeft Phaedrus, de hoofdpersoon van Pirsigs tweede boek, een Metafysica van de Kwaliteit uiteengezet. Met twee soorten kwaliteit op vier niveaus heeft hij de geschiedenis van de wereld en het universum herschreven als een ontwikkeling van het Goede en ook een beetje het Kwade. Op de laatste bladzijde komt hij zelf met een samenvatting van dit project: goed is een zelfstandig naamwoord. In Zen en de kunst van het motoronderhoud (1974) had de hoofdpersoon al heel veel moeite gehad met het loskomen van de moderne traditie die slechts twee ‘zelfstandige naamwoorden’ kent: subject en object. Kwaliteit kon niet iets zijn wat óf een ‘feitelijke eigenschap was van de werkelijkheid’, óf ‘alleen maar onze beleving daarvan’.
Uiteindelijk leert Phaedrus meer over kwaliteit van de Amerikaanse indianen, dan van de cultureel-antropologen die hen bestuderen. De antropoloog Boas ontdekt dat de Dakota-indianen ‘goed’ beschouwen als een zelfstandig naamwoord in plaats van een bijvoeglijk. Phaedrus vergelijkt hem met een ontdekkingsreiziger die noteert dat hij ‘geel metaal’ heeft aangetroffen, zonder daar vervolgens iets mee te doen, omdat dat dat niet ‘wetenschappelijk’ zou zijn.
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media
Net als in zijn eerste boek over Zen en de kunst van het motoronderhoud (1974) is hoofdpersoon Phaedrus in Lila van Robert M. Pirsig (1928) op reis. Dit keer gaat het per boot en is zijn reisgenoot een vrouw die hij vaag kent. Ook dit keer zijn de reiservaringen van het landschap en het dagelijks leven een spiegeling van wat Phaedrus vertelt over de metafysica van de kwaliteit. En ook is de relatie tussen Phaedrus en Lila (zoals die tussen Phaedrus en zijn zoon in het eerste boek) als het ware een commentaar op de pretentie van de auteur om een metafysica van kwaliteit te ontwerpen. Het antwoord dat hij zelf geeft in het boek is dat het schrijven van een metafysica misschien een ontaarde activiteit is, maar dat ‘een meedogenloos, doctrinair vermijden van ontaarding een ander soort ontaardheid is’, namelijk die van fanatici.
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media
Dat de natuur een orde heeft is al generaties lang een uitgangspunt voor de fysici, ging de bekende theoretische fysicus Abraham Pais (1919-2000) verder. Hij werkte onder anderen met grootheden als Einstein, Bohr, Oppenheimer, Dirac en Feynman. In zijn latere leven werd hij vooral beroemd vanwege zijn biografieën van beroemde natuurkundigen. Zo schreef hij Subtle is the Lord (1982) over Albert Einstein. Enkele jaren voor zijn dood publiceerde hij ook een autobiografie.
In het geciteerde interview stelt hij dat natuurkundigen geloven dat er vooruitgang blijft komen in de wetenschap, dat de orde van de natuur steeds meer en beter in beeld komt. Hij gaat zelfs zo ver om te zeggen dat het ‘in zekere zin een religieus geloof’ is. Overigens hoeft dat niet helemaal te verbazen. De theoretische natuurkunde van de afgelopen honderd jaar raakt vaak aan zeer metafyische kwesties van werkelijkheid, tijd en ruimte. En zei Einstein niet in reactie op de statistische benadering van de quantummechanica dat God niet dobbelde.
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media
begeleiding bij bezinning
filosofisch consult
socratisch gesprek
moreel beraad