Albert Einstein, geciteerd in Walter Isaacson – Einstein: De biografie (2007)
Dit antwoordt de grote natuurkundige Albert Einstein (1879–1955) zijn vriend Maurice Solovine, een Roemeense filosoof en wiskundige. Deze laatste had gezegd dat hij het ‘vreemd’ vond dat Einstein de begrijpelijkheid van de wereld zag als een ‘eeuwig mysterie'. Einstein stelde dat het logischer zou zijn als er alleen maar chaos was, en dat het daarom zo bijzonder is dat er zo veel orde in het universum is. Hij verwijt positivisten (die menen dat je alleen zintuiglijke kennis kunt opdoen) en atheïsten dat ze geen oog hebben voor dit ‘wonder’.
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media
Dat de natuur een orde heeft is al generaties lang een uitgangspunt voor de fysici, ging de bekende theoretische fysicus Abraham Pais (1919-2000) verder. Hij werkte onder anderen met grootheden als Einstein, Bohr, Oppenheimer, Dirac en Feynman. In zijn latere leven werd hij vooral beroemd vanwege zijn biografieën van beroemde natuurkundigen. Zo schreef hij Subtle is the Lord (1982) over Albert Einstein. Enkele jaren voor zijn dood publiceerde hij ook een autobiografie.
In het geciteerde interview stelt hij dat natuurkundigen geloven dat er vooruitgang blijft komen in de wetenschap, dat de orde van de natuur steeds meer en beter in beeld komt. Hij gaat zelfs zo ver om te zeggen dat het ‘in zekere zin een religieus geloof’ is. Overigens hoeft dat niet helemaal te verbazen. De theoretische natuurkunde van de afgelopen honderd jaar raakt vaak aan zeer metafyische kwesties van werkelijkheid, tijd en ruimte. En zei Einstein niet in reactie op de statistische benadering van de quantummechanica dat God niet dobbelde.
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media
Freek de Jonge in De goeroe en de dissident (1988)
begeleiding bij bezinning
filosofisch consult
socratisch gesprek
moreel beraad