Spinoza in Ethica (3, definitie XXXIX, p. 195)
Er wordt wel gezegd dat de Joods-Nederlandse filosoof en lenzenslijper Benedictus Spinoza (1632–1677) meent dat je niets kunt doen wat je niet wilt (omdat je wat je doet blijkbaar wilde). Maar uit zijn beschouwing over de angst blijkt dat hij toch wel oog heeft voor die ervaring die wij allemaal zo goed kennen, namelijk dat wij niet willen wat wij willen of willen wat wij niet willen (zie Stelling 39, opmerking). De vrees drijft de mens ertoe een kwaad dat hij ziet aankomen te vermijden door een geringer kwaad. Als echter niet duidelijk is welk van beide kwaden het grootste is, hebben we een serieus dilemma. Dan wordt de ‘begeerte om een toekomstig kwaad te vermijden ... belemmerd door de angst voor een ander kwaad’. Als die beide ‘euvelen’ bovendien zeer groot zijn, noemen we de vrees die we ervaren: verbijstering. Nu kun je het bestaan van de vrije wil theoretisch wel ontkennen (zoals Spinoza doet), maar de ervaring ervan, die de verbijstering is, laat zich niet zomaar uitwissen.
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media
Irvin D. Yalom (1931) wordt beroemd met zijn boeken over existentiële psychotherapie en groepstherapie. Als therapeut is hij sterk beïnvloed door de existentiefilosofie van o.a. Heidegger, Sartre en Camus. Op latere leeftijd wordt hij een bestsellerauteur met zijn ‘teaching novels’, waaronder Nietzsches tranen, De Schopenhauerkuur en Het raadsel Spinoza.
Centraal in Yaloms denken staan vier ‘levenszorgen’ die volgens hem ten grondslag liggen aan veel problemen van zijn patiënten, maar ook aan onze angsten en sombere buien. Ten eerste wordt ieder mens geconfronteerd met de zekerheid van zijn eigen sterfelijkheid. Ten tweede is ieder individu absoluut vrij, wat een kwellende verantwoordelijkheid met zich meebrengt. Ten derde betekent die eindigheid en verantwoordelijkheid dat we in een existentieel isolement verkeren. En ten slotte wordt ieder mens daardoor geplaagd door een onleefbaar besef van zinloosheid.
In acht bijeenkomsten verdiepen we ons in Yaloms opvattingen over psychotherapie en deze vier levenszorgen. We gaan in op het werk van de genoemde denkers, maar ook bijvoorbeeld Epicurus. We zetten daar ook alternatieve visies tegenover van o.a. Arendt, Fromm en Frankl. Elke bijeenkomst omvat een werkcollege over het huiswerk en een hoorcollege waarin een nieuw thema wordt ingeleid.
Zie voor meer informatie en inschrijving https://isvw.nl/cursussen/filosofie-irvin-d-yalom/.
In zijn meest ‘filosofische’ werk uit de jaren tachtig volgt de Franse denker Bruno Latour (1947) het voorbeeld van Spinoza en schrijft hij een ‘tractatus’ waarin hij probeert vrede te brengen in de science wars. Die ‘wetenschapsoorlogen’ gaan tussen de sciëntisten, die geloven dat alleen (natuur)wetenschap een rationele aanpak is, en de wetenschapsonderzoekers als Latour die menen dat wetenschap een door en door sociale, of zelfs politieke, activiteit is.
Latours uitgangsstelling (1.1.1) is dat ‘niets, in zichzelf, reduceerbaar of niet-reduceerbaar is tot iets anders’. Er zijn alleen ‘krachtproeven’ waarin wordt bepaald wie sterk/rationeel of zwak/irrationeel is.
Een van de manieren waarop mensen proberen sterker/rationeler te worden is door dingen aan elkaar gelijk te stellen (‘dit zijn allemaal gevallen van “zwaartekracht”, “psychopathologie”, “criminaliteit”’ enzovoort). Maar volgens Latour weet een echte empirist slechts één ding zeker: ‘alles gebeurt slechts één keer, op één plaats.’ Daarom bestaan er geen gelijkheden, maar alleen ‘vertalingen’. Wie een pond lood gelijkstelt aan een pond veren, ziet af van alle verschillen en beschouwt ze als identiek (in gewicht). Dat kan, maar alleen met een bepaald doel, en zo lang niet iemand anders beweert dat de verschillen veel relevanter zijn (als je je hoofd te rusten wilt leggen, bijvoorbeeld).
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media
Devies van Christiaan Huygens volgens K.O. Meinsma in Spinoza en zijn kring. Historisch-kritische studiën over Hollandsche vrijgeesten (1896)
Bernart Nieuwentijt, Gronden van Zekerheid (Amsterdam, 1720, p. 229)
begeleiding bij bezinning
filosofisch consult
socratisch gesprek
moreel beraad